Een basis voor iedereen.

 

Gebaseerd op door de tijden heen gezamenlijk gerealiseerd vermogen voor toekomstige generaties. In de natuur dat van het ecosysteem voor al het leven, evoluerend naar de wetten van die natuur. Vooral genetisch gestuurd en naar het verhaal van Darwin. Dat  met de mens een nieuwe component kreeg, die van ratio en rede, denken en bedenken. Resulterend in wetenschappen en technieken, waarmee die evolutie werd door de mens heen. Van materiële middelen, waarmee de mens zich verlengde, gereedschappen en wapens. En van verhalen hoe die te maken en te gebruiken, afspraken daartoe samen te werken, samenlevingen te organiseren. Verhalen eveneens materieel genoteerd. Inmiddels ook elektrisch geschreven, met elektronen. Waarmee ons brein zich laat programmeren, eveneens elektrisch en dus materieel.

 

Met als uitkomst de unieke manifestaties van mensen met deze materiële verlending. De geschoolde violist met z’n viool in een concertzaal begeleid door een orkest naar het verhaal van een componist. De politieke leiders die legers met wapens ten strijde laat trekken voor hun ideologieën. Mensen en middelen georganiseerd in bedrijven  voor de productie van al die materiële verlengingen voor mensen.

 

Een evolutie door ons heen van het materiële, die we beleven als welvaart en voorwaarde voor persoonlijk welzijn. Een welvaart die met de vrijheid voor wetenschap en technieken wereldwijd zorgt voor een steeds grotere basis voor welzijn. Waarmee we mede het natuurlijke landschap transformeren in een cultuurlandschap, met zowel parken als woestijnen, paradijsjes en onderwerelden.

 

Een ontwikkeling gebaseerd op kapitalisme met vrije markten. Kapitaal geïnvesteerd in materiële middelen voor producties en handel, gestuurd door vrije marktmechanismen. Een systeem waarin iedereen de hazen wel min of meer ziet lopen, maar alleen een elite ze weet te vangen. Die tevens werkgelegenheid weet te organiseren voor het werken met en beheren van die middelen. Daaraan toe te voegen als lakeien, slaven, horigen. Als medewerkers om samen gestelde doelen te realiseren. Een elite vooral naar opvoeding, scholing, training, specialisering, gericht op het vangen van de vele hazen. Vroeger vooral naar geboorte, tegenwoordig naar het niveau van onderwijs van een samenleving.

Een elite die geneigd is die hazen vooral voor zelf te houden voor leuk en boeiend leven met goud en glitter. Het kapitalisme met als resultaat de kapitalist. Tot nu toe een dominante minderheid. Met een daarvan afhankelijke overgrote daarvoor werkende meerderheid.

 

Kapitalisme, een systeem gebaseerd op wat zich openbaart aan middelen voor onze materiële verlenging, voor investeringen die het effect van arbeid versterken. De technologieën. De uitvindingen van het wiel, de benutting van wind- en waterkracht, van stoom en elektriciteit. Die in de negentiende eeuw leidden tot de versnelling van het kapitalisme, met samenlevingen van overvloed en lokkende perspectieven van welvaart voor iedereen. Inmiddels die welke werken overbodig maken met automaten en robots. En de technieken die hun ontwikkeling gehad hebben en het duurzame product mogelijk maken, het blijvend zinvol materiële door de tijd heen. Het kapitalisme van vooral bezitten en met de problematiek van dat eerlijk delen.

 

Aristoteles (384-322  vCr) beschouwde oorlog en veroveringen als een verantwoord middel voor het verkrijgen van bezit. Met arbeid bezit verwerven was in zijn tijd nog een absurde gedachte. Arbeid, van vooral slaven, was gewoon voor wat men nodig had. De handel in land naar geboorte was dan ook strikt verboden. Land verkreeg je met de speer en het zwaard. In de feodale samenleving was arbeid een onderdeel van het sociale contract van onderdanen met de hen beschermende landheren en normerende kerken. Heersende machten, met hun land als een onaantastbare heerlijkheid, net als nu dat van naties, waarvoor belasting moest worden betaald. Heerlijkheden die door de macht van kapitalisten ontaardden in onaantastbaar privébezit, in sommige landen tot op het middelpunt van de aarde.

 

Elites, in het verleden vooral bij geboorte, naar het niveau en de positie van families. In de moderne samenleving mede naar gevolgd onderwijs. Daarmee naar het culturele niveau van samenlevingen en hun tradities. Met individuele verschillen die afhankelijk zijn van persoonlijke talenten en ambities. Genialiteit is maar enkelen gegeven. Een beduidend deel is lichamelijk en geestelijk gehandicapt. Daartussen varieert het niveau naar een normaalverdeling van net voldoende tot heel goed. De problematiek van de genetische verschillen in elke samenleving en hoe daar mee om te gaan.   

 

Welke krachten beheersen de economie en welke politiek is de  juiste, de meest rechtvaardige? De liberale laat zich tot op heden inspireren door het gedachtegoed van Adam Smith (1723-1790). ‘Als iedereen zijn eigen belang nastreeft dan wordt daarmee ieders belang gediend.’ Laat vooral onze genen die politiek bepalen’. De universele hebzucht als filantropisch geschenk voor de samenleving, het daardoor rijk willen worden door voor anderen te produceren, in concurrentie met velen met die zelfde instelling, en daardoor iedereen naar eigen aanleg en ambities rijk. De zegeningen van de vrije markteconomie.

 

 ‘Die natuurlijke wereld is een realiteit en we hebben de rede om die naar onze hand te zetten, zo te streven naar een gelukkig leven. Ayn Rand (1905-!982).  Ze ontwikkelde een filosofie van het objectivisme, de ideologie van individualisme met de deugd van het egoïsme als basis voor het kapitalisme. Daarin waren overheden niet nodig, waren belastingen een vorm van diefstal.

‘Ben bijzonder geschokt, kan het haast niet geloven. Er moet een fout zitten in onze overtuiging dat de vrije markt zichzelf beter reguleert dan enige overheid’.  De getuigenis van Alan Greenspan voor een commissie van het congres in 2008 naar aanleiding van de kredietcrisis. Hij was een bewonderaar en ondersteuner van de filosofie van Ayn Rand.

 

‘Het sinds de jaren 60 stagneren van de lonen in de VS en de vermogensongelijkheid die gaat naar een record’. Het verhaal van Thomas Piketty (1971), van extreme vermogensvorming en zelfverrijking. Van het veel te veel dat met beleggingen en kredietverlening persoonlijke inkomens en bedrijfsrendementen plundert.

 

Adam Smith was voor een sterke overheid. Voor het handhaven van recht en orde en het garanderen van die vrije markteconomie met eerlijke concurrentie. Vrijheid komt niet van zelf maar moet geregeld en gehandhaafd worden. Monopolies moeten worden bestreden en patenten en auteursrechten moeten geregeld worden. Het concurrentiebeding moet gehandhaafd worden.  Op open markten maken bedrijven alleen winst als ze het goed doen. Waarbij dat veel te veel ze graag volpompt met leningen en vooral daarvoor laat renderen, ten koste van de aandeelhouders.

‘Van nature weten we wat goed en kwaad is, hebben we een moreel oordeel.’ Deze zuivere rede van de mens is aangeboren kennis, onafhankelijk van de zintuiglijke ervaring, is z’n wezenlijk kenmerkende. ‘Laat het gericht van die zuivere rede dan ook alles verantwoorden, ook onze politiek en daarmee de economie.’ Het transcendente idealisme van Kant (1724-1804). De menselijke rede die zich vrij weet van de genetische mens.

 

 ‘Crises bewezen het vrije marktprincipe als niet alleen de ideale oplossing, dat geregeld overheidsingrijpen mede noodzakelijk was om uit zo’n impasse te komen. De economie is niet genetisch zelfregulerend’. Maynard Keynes (1883 -1946).  ‘Economie is geen natuurwetenschap maar een morele wetenschap’.

 

‘Maar wel binnen het kader van cultuur, tradities, instituties, riten, naar de verhalen die men wel en niet verteld krijgt’. Friedrich August Hayek (1899- 1992), een vurig bepleiter van het liberalisme. ‘Daarom de maatschap baseren op de daarin aanwezige spontane zelfregulering. Maar wel met een democratisch overeengekomen rechtssysteem’. Het accent op democratie als grondslag van samenlevingen en het marktmechanisme als de spil van de economie. Mechanismen die producties immers volmaakt afstemmen op wat mensen willen en ze de prijs laten bepalen wat de ze er voor over hebben.

Het idee van de zuivere rede, het rationalisme, als middel om de natuurlijke instincten te beheersen zag Hayek als de fatale hoogmoed van veel denkers in zijn tijd. Die van het geloof in overheidsdirigisme. ‘Ieders werkelijkheid ent zich op de culturele verworvenheid van de samenleving, de klasse waarvan men deel uit maakt’. Particulier bezit maakte mensen vrij, verloste de mens van de druk en dwang van zo’n groep.

 

Een samenleving moet niet alleen rechtvaardig zijn maar ook eerlijk. John Rawls (1921- 2002) ‘Die niet funderen op de natuurwetten die mens bepalen, z’n genen en wat die willen, maar op Kants zuivere rede van de autonome mens. De mens met als ethiek autonomie en welzijn voor iedereen’. De herleving van het sociaal contract denken, in de VS het liberalisme, in Europa de sociaal democratie.

‘Rechtvaardigheid en eerlijkheid zijn niet te scheiden. Talenten en plek van het geboorte zijn immers niet eerlijk verdiend, mogen dus geen morele gevolgen hebben, de rechtvaardigheid van een maatschappij bepalen. Leg bij de bepaling van het sociale contract een sluier van onwetendheid over de persoonlijke willekeur van het lot, maakt dat zo neutraal ten dienste van rechtvaardigheid.’ Alle mensen zijn niet gelijk maar wel gelijkwaardig.

 

Actuele culturen zijn niet buiten beschouwing te nemen bij die beoordeling van rechtvaardig en eerlijk. Michael Sanders, hoogleraar Harvard university. Per land hebben die hun eigen fase in een ontwikkeling. Het liberaal westers denken waarin andere delen van de wereld zich niet herkennen, waaraan ze geen boodschap hebben. in Rusland, China, he Midden Oosten waar ze in andere talen leven met eigen woorden en daardoor anders denken.

Westerse mensenrechten als universeel verklaren, westerse hoogmoed!? Maar hoe krijgen we de hele wereld dan op één noemer, met al die mensen naar, naties, geloven, rassen? Maar we zijn wel naar één DNA. En is die zuivere rede niet iedereen aangeboren?

 

‘Individuen hebben hun rechten en niets en niemand mag daar inbreuk op maken.’ Robert Nozick  (1938 ). Het individu is volledig eigenaar van zichzelf en van wat het daaraan weet toe te voegen. Omdat dit recht individueel moeilijk te handhaven is vraagt het altijd om een contract met anderen om dit samen te doen. ‘Laat mensen zelf kiezen voor een beschermingsconstructie die ze persoonlijk het best past en het minst kost’. De opmars van muren die welvaart scheiden van verpaupering in sloppenwijken. Weg met Obama zorg, is immers diefstal. Megaconcerns met eigen wijken met alles er op en er aan voor alleen de mensen die er voor werken en die ze nodig hebben.  

 

‘Levenskansen voor zoveel mogelijk mensen, hoe meer hoe liberaler een maatschappij is. Maak daartoe een vloer waarop iedereen kan staan’. Ralf Gustav Dahrendorf (1929-2009 ) Een pleidooi voor een financiële basis en goed onderwijs voor iedereen. Het principe van de verzorgingsstaat die iedereen mee neemt en niemand door het ijs laat zakken.

 

De evolutie van politiek filosofisch denken. Te enten op dat van wetenschappen en technieken. Die bepalend zijn voor de verdere evolutie van de economie. Die het verhaal schrijven waarmee we tevens wereldwijd wel op één noemer zitten. Dat vrijwel alle landen graag lezen en toepassen om hun welvaart te verhogen, hun kapitalisme nieuwe impulsen te geven.

 

Het verhaal van het theoretisch mogelijke naar de natuurwetten en de praktische benutting daarvan in de vele technologieën. Waarmee de industriële revolutie begon. Dat voor steeds meer aspecten al reikt naar de grenzen ons weten van die wetten. Dat bij de praktische toepassing daardoor uitkomt op eindwaarden, producten die niet meer te evolueren, te innoveren zijn. Die dan kunnen uitkomen op bestendige waarden, producten die niet meer verouderen, steeds langer meegaan als ze een eeuwigheidswaarde ontwikkelen. Daardoor de economie deels transformeren van consumeren naar bezitten, alles al hebben. De politiek stellen voor de problematiek van de verdeling van dat bezitten. De transformatie van de werkgelegenheid van produceren naar onderhoud en beheer. Stagnerende groei door het ontstaan van een kringloopeconomie. Met tevens de uitdaging die te bevorderen door te kiezen voor eeuwigheidwaarde.

 

Wat dan resulteert in een toenemend bestendig bezit over steeds meer generaties heen. Nu al voor de bezittende elites met hun moderne heerlijkheden. Op basis van samen gerealiseerd ook samen delen en vererven heet perspectief voor een basisbezit en daarmee basisinkomen voor iedereen.

 

Het herstel van eens het commune naar dit principe. Het individu is volledig eigenaar van zichzelf en het bezit dat het met arbeid weet toe te voegen. In die zin herstel van de steppe inmiddels verbouwd tot een cultuurlandschap. Praktisch volmaakt bestendig als voor die eeuwigheidswaarde is gekozen. Nu al manifesteert met de openbare structuur van dat landschap, de steden die beleven als gezamenlijk gerealiseerd cultureel erfgoed. Product van die evolutie door ons heen van het materiële. Van materialen en constructies die hun evolutie vrijwel gehad hebben, beton, metalen, hout, steen, glas, kunststoffen.

 

Kwaliteitswoningen gevat in een goede stedelijke structuur gaan vele eeuwen mee. eenmaal gefinancierd, vrij van hypotheeklasten, bieden ze wonen voor de kosten voor onderhoud en zo nu en dan enige renovatie. Weldoordacht en goed doortimmerd krijgen ze eeuwigheidswaarde en zijn die kosten minimaal. Bezit van zo’n woning realiseerd daarmee een basisinkomen. Naar huidig economisch denken met de gemiddelde prijs van woningen van 200 000 euro en een rente van 5% zo’n 10 000 euro. Woningen met eeuwigheidswaarde toegevoegd aan het commune van de stedelijke structuren zou zo een overeenkomstig basisinkomen voor iedereen zijn. Iedereen z’n eigen woning, een liberale gedachten, maar dan collectief. Woon je lux dan betaal je bij, kiest je voor sober dan houdt je over.

 

In de grote steden is de woningmarkt gemonopoliseerd, ontbreekt concurrentie. Zijn ze daardoor met huren te ver boven die woonlasten en te koop – met gehuurd geld – voor aanzien meer dan hun reële waarde. Laat de kwaliteit van veel woningen te wensen over, zijn ze in feite grotendeels afgeschreven en aan vervanging toe.

Concurrentie organiseren met een commune bezit van woningen maakt daar een eind aan. De sociale woningbouw uitbouwen tot een nationaal bezit, als basis voor wonen voor iedereen. Met eeuwigheidswaarde en eenmaal gefinancierd het wonen voor alleen de kosten van wat onderhoud en beheer. Optimale kwaliteit en lage huren die al het particuliere bezit door concurrentie, de zegen van de vrije markt, dwingt tot hetzelfde.  

 

 

Adam Smith: een liberale overheid moet op monopolies reageren, de vrije markt herstellen en elke concurrentie mogelijk maken. ook die van coöperatieve initiatieven. Een verhaal dat tevens geldt voor de kleine middenstand die door steeds hogere huren van gemonopolieseerd onroerend goed het lootje legt. Met ook daarvoor het antwoord de concurrentie van collectief onroerend.

 

Roofkapitalisten die bedrijven met kredieten van het veel te veel opkopen en daarvoor laten werken. Die dan op arbeid moeten bezuinigen en langetermijnplanning dienen te vergeten, failliet gaan als dat niet meer lukt. Het monopolie van de aandeelhouders en hun CEO’s die alle andere bedrijfsbelangen negeren. Het te veel dat daarmee nog meer wil vergaren, met beleggen en belenen, door geld met geld maken, dat in feite economisch niets bij te dragen, zoveel mogelijk belastingen te ontwijken.

 

Het familiebedrijf als commune beleefd en wel met lange termijn visies op continuïteit. De gewenste instelling ook voor pensioen- en spaarfondsen, willen ze hun doelstelling waarmaken. Fondsen immers gericht op basisinkomens, voor gepensioneerden en wie eerder wil stoppen met werken. Die baat hebben bij een economie met bedrijven die hun eeuwigheidswaarde uitbouwen. Fondsen die uit te bouwen zijn tot een grondslag voor basisinkomens voor iedereen. Dan niet meer voor rekening van belastingen, maar van de economie. Een streven dat samenlevingen schuldenvrij maakt.

 

De private schuld in Nederland – hypotheken en dergelijke - is ongeveer gelijk aan het bruto nationaal inkomen van 675 miljard euro. De nationale schuld bedraagt zo’n 60% daarvan. Te betalen door vooral door zij die met werken wel bijdragen aan het nationaal inkomen. Een schuld die uit is op geld met geld verdienen. Dus gewoon geen schulden maar maken, de bestaande afbouwen, zo geld met geld verdienen onmogelijk maken, en zeker niet subsidiëren met aftrek van belasting. In de Middeleeuwen verspilde je daarmee al een plek in de hemel. Geld gewoon verdienen met arbeid in bedrijven met kapitaalsmidden versterkt.

 

Met de industrialisatie is de kapitalistische economie in versnelling gekomen, met wereldwijd verrassend positieve maar ook negatieve uitkomsten. Gebaseerd op wetenschappen en technische ontwikkelingen. Die we zien uitkomen op eindwaarden met eeuwigheidswaarde. Die noodwendig leiden tot het moeten afronden van deze fase in die evolutie door ons heen. Met als perspectief een materiële commune basisstructuur voor z’n verdere voorgang. De mensheid heeft nog miljoenen jaren te gaan. Moet met zichzelf en z´n basis moeder aarde in balans zien te komen wil het eeuwigheidswaarde krijgen. Een basis voor onze verdere evolutie, vooral die van denken en bedenken wat we met dat materiële willen en kunnen.

 

Willem Semeins 2017