Van kernfusie naar mensfusie.

 

De hypothese van de oerknal als begin van onze wereld sluit nog steeds het beste aan op al onze waarnemingen in het heelal. Dit begin vanuit één punt was vooral heel heet, na 1seconde 10 miljard Kelvin, was enorm veel energie, de energie waarmee onze wereld het vanaf dat moment moest doen; volgens de wet van behoud van energie nog steeds aanwezig, maar wel verwaaiend over het almaar uitdijend heelal.

Materie en energie zijn één. De energie van de oerknal transformeerde in waterstof, helium en lithium. Na de eerste expansie van het heelal ontstonden in deze materiële stofwolk onder invloed van gravitatie de eerste sterren en sterrenstelsels.

Gravitatie – zwaartekracht - comprimeerde waterstof en bracht het tot ontsteking, tot kernfusie. Zwaartekracht, een van de fundamentele natuurkrachten. We weten dat ze werkt maar niet hoe. Van al het fundamentele weten we nog weinig, of niks eigenlijk, hoe het praktisch werkt, daarvan steeds meer.

Worden in een ster de druk en daardoor de temperatuur voldoende hoog dan ontstaat kernfusie, verbrandt in eerste instantie waterstof tot helium. Daarbij komt energie vrij, heel veel, die verdwijnt in de ruimte en daarbij omringende planeten bestraald en zo voorziet van energie.

 

Kernfusie is het samensmelten van de kernen van atomen. Daarbij wordt een ander atoom gevormd. Bij fusie van lichte atomen komt energie vrij. Het fuseren van zware atomen kost energie. De overgang van licht naar zwaar ligt bij het element ijzer.

Onze zon zet per seconde 600 miljoen ton waterstof om in 596 miljoen ton helium. Het verschil in massa, 4 miljoen ton, wordt energie naar de formule E=mc².

Waterstof is het meest voorkomende element in het heelal. 75% van z’n atomaire massa bestaat er uit.

 

Kernfusie is geen kettingreactie maar stopt zodra de vrijkomende energie de vereiste temperatuur niet meer in stand kan houden.

 

Bij kernfusie ontstaat dus ook iets nieuws, een nieuw element. Zo fuseert waterstof tot helium en dat verder tot alle elementen van het periodieke systeem. Met kernfusie evolueert het materiële naar steeds complexer, organiseert het elementaire begin zich naar de natuurwetten die de schepping meekreeg. Met kernfusie begint de evolutie van het materiële van deze schepping.

 

Een bruine dwerg van waterstof – tot 0,08 maal de grootte van de zon - heeft te weinig massa en daarmee gravitatie voor het ontstaan van kernfusie. In een rode dwerg – 0,08 tot 0,8 maal de zon - blijft de fusie heel traag. Die hebben dan ook een heel lang leven, eenmaal ontstaan tot in het heden. Sterren van 0,8 tot 3,5 maal de zon zijn na ongeveer 10 miljard jaar uitgebrand en veranderen dan in een rode reus. Alle waterstof is dan gefuseerd is tot koolstof en zuurstof. In sterren van meer dan 10 maal de zon verbrandt ook de koolstof en ontstaan de zwaardere elementen. Bij de verbranding van koolstof tot silicium is sprake van een blauwe of rode superreus. De verbranding van silicium tot ijzer en nikkel kost energie is daardoor een kwestie van dagen. De kern implodeert dan en vrijkomende neutrino’s en een schokgolf veroorzaken een supernova. Sterren van 50 maal de zon en groter worden door te veel lichtkracht instabiel met als gevolg een hypernova. Daarbij wordt de kern een zwart gat, compacte massa waaruit zelfs licht niet meer ontsnapt.

 

Kernfusie maakt de voor ons heelal beschikbare energie gedoseerd vrij. Al ruim dertien miljard jaar, en dit zal duren tot al die energie zich gelijkmatig over het zich nog steeds uitdijende heelal heeft verspreid, dus nog heel veel miljarden jaren. Dan rest er een enorme ruimte met een temperatuur net even boven het absolutie nulpunt. Het kan ook zijn dat voor die tijd het heelal weer ineenstort, tot bijvoorbeeld weer een oerknal. We weten het niet en mensen zullen het niet meemaken.

 

Met kernfusie startte dus de evolutie van onze wereld, de organisatie van de wereld naar wat de natuurwetten. In sterren verbrandt het primaire van de oerknal tot de elementen van het periodieke systeem. Aan het einde van hun levensduur blazen ze de ruimte daarmee vol, met sterrenstof, met hun geschiedenis in het heelal. De zonnestelsels die zich daarin vormen, weer door gravitatie, bestaan dan mede uit deze elementen.

 

De moleculaire nevel waarin ons zonnestelsel zich vormde, bestond weer voor het overgrote deel uit waterstof, uit brandstof voor de zon, plus al die andere elementen. In deze zich door gravitatie concentrerende en roterende nevel ontstonden ook planeten. Bij deze samentrekking nam de rotatie toe, behoud van het impulsmoment, en platte de nevel af, loodrecht op dit moment. De planeten gingen in één vlak om de zon draaien. In het massamiddelpunt vormde zich de zon, die na enige tijd voldoende heet werd voor kernfusie.

In de schijf rond de zon klonterde materie samen tot meteorieten en planeten. Ver weg van de zon in de kou condenseerden gassen tot vloeibaar en vast, ontstonden de gasreuzen en bevroren waterbollen. De grotere planeten trokken de vele kleinere brokstukken naar zich toe.

Tenslotte blies de door kernfusie opgewekte zonnewind de nevel vrij van alle gassen, maakte die de ruimte leeg en doorzichtig. Door botsingen van planeten ontstonden manen. En dit alles eenmaal tot rust gekomen, toen kon de kernfusie in de zon beginnen met haar bijdrage aan de evolutie op de aarde.

 

Onze aarde ontstond ongeveer 4,5 miljard jaar geleden. Het heelal was toen 9 miljard jaar oud. Na een half miljard jaar vormden zich de eerste vaste gesteenten en was er al sprake van vloeibaar water. De aarde is de enige planeet van ons zonnestelsel met vloeibaar water. Daarna hield de bombardementen van meteorieten grotendeels op.

De kern van de aarde bestaat uit ijzer en nikkel. Met daarop magma – complexe silicaten met een temperatuur van 650 ºC tot 1200 ºC -  dat over de buitenste 40 kilometer is gestold tot de aardkorst. Deze hoge temperaturen zijn het gevolg van de compressie van deze materie door gravitatie.

De atmosfeer rond de aarde ontstond door inslagen van meteorieten en vulkanisme en wordt vastgehouden door de zwaartekracht. Lichte gassen als waterstof ontsnappen daarbij.

Koolstof in deze atmosfeer maakte het ontstaan van leven mogelijk. Levende materie is voornamelijk organisch, bestaat uit koolstofverbindingen. Het eerste leven maakte uit koolzuur de zuurstof vrij. De atmosfeer evolueerde zo tot de huidige samenstelling met rond twintig procent zuurstof en 0,03 procent CO². Zuurstof maakte dierlijk leven mogelijk.

Onder invloed van energie ontstond leven, materie met de eigenschap zichzelf te kunnen reproduceren. Energie blijkt een voorwaarde voor het ontstaan van leven. Overal waar die aanwezig is vinden we leven, zoals diep in oceanen nabij vulkanisme. Mogelijk ook in ver van de zon gelegen ijsobjecten met vloeibaar water rond een hete kern. Hoe het ontstaat, dat weten we nog niet, proberen we uit te zoeken. Is misschien iets fundamenteels in de evolutie dat we nooit te weten komen.

 

Het leven op aarde is er dus dank zij gravitatie en kernfusie. Samen produceerden ze de daarvoor benodigde sterrenstof. Gravitatie comprimeerde dat tot ons zonnestelsel. De op waterstof brandende zon leverde de straling, de energie, die de evolutie van leven op aarde mogelijk maakte. Daarbij werden de elementen van die sterrenstof steeds complexer.

 

Straling is het uitzenden van energie als golven of als deeltjes. De straling is elektromagnetische straling of deeltjesstraling. Dat wil niet zeggen dat dit de waarheid is. Alleen, wij weten het wetenschappelijk nog niet anders te duiden.

Elektromagnetisme is het verschijnsel dat elektrische velden en magnetische velden, als ze in de tijd veranderen, altijd samen gaan. Een variabele stroom gaat gepaard met een variabel magnetisch veld en omgekeerd. Dat maakt radiogolven mogelijk. Een magneet bewogen in een metalen spoel wekt stroom op. Darmee kunnen wij beweging – een vorm van energie - omzetten in elektriciteit.

De elektromagnetische straling loopt van radiogolven tot gammastraling. Radiogolven maken ons wereldwijd en met de snelheid van het licht communiceren mogelijk. Een klein deel van deze straling is voor ons licht, laat ons zien. Vanaf ultraviolet wordt deze straling steeds gevaarlijker. Alfastraling wordt nog tegengehouden door een vel papier. Gammastraling gaat door dikke lagen materie heen. De ozonlaag hoog in onze atmosfeer vangt een groot deel van de voor ons schadelijke ultraviolette straling op. Het aardmechanisme beschermt ons tegen de deeltjesstraling van de zonnewind.

 

Levende materie kenmerkt zich door voortplanting waarbij erfelijke eigenschappen worden doorgegeven. Deze eigenschappen liggen voor iedere soort vast in de genen. Binnen soorten is er altijd sprake van genetisch variatie. Sommige individuen zijn daardoor beter uitgerust om te overleven als de omstandigheden daartoe veranderen. Daardoor ontstaat een natuurlijke selectie, wint het toevallig sterkere. Een klein genetisch voordeel kan doorslaggevend zijn voor het voortbestaan van de hele soort, maar wel met net iets andere eigenschappen en dus genen.

Door dit proces heeft het leven zich ontwikkeld van eenvoudige cellen tot alles wat leeft op aarde, inclusief de mens.

De ontrafeling van het DNA geeft ons steeds meer inzicht in deze evolutie. DNA bestaat uit een dubbele helix, een ladder, uit te schrijven met de letters G, C, A en T, de spaken van de ladder. De erfelijke informatie ligt vast in de volgorde van deze basen. Inmiddels is voor vele soorten is dit genoom uitgeschreven. Daardoor weten wij mensen van onze voorfamilies in deze evolutie.

 

Gravitatie leidt tot kernfusie en die tot de evolutie van het eerste iets tot de elementen van het periodieke systeem en de gedoceerde uitstraling van energie. De verspreiding van beide over de ruimte maakt zonnestelsels als het onze mogelijk. Op planeten als onze aarde resulteert dat in de evolutie van leven. Daarin manifesteren zich de verdere mogelijkheden van de schepping, voor zover praktisch bruikbaar in een ecosysteem.

Evoluties resulteren in het optimaal mogelijke dat zich als praktisch bruikbaar bewijst binnen een balans van waarden. Voor ons mensen leiden ze zo tot een materiële werkelijkheid die zich leent tot wetenschappelijk verklaren en begrijpen, tot onze materialistische beschouwing van de wereld.

 

In leven ontwaakt tevens een immaterieel fenomeen: de bewustwording van waarnemingen. Met als doel daarop bewust te kunnen reageren binnen het kader van overleven. In de mens leidt dit zelfs tot het bewust zijn van deze bewustwording, tot een zelfbewustzijn, de persoonlijke beleving van een eigen immaterieel ik, van een ik dat geen lichaam is maar er een heeft, en daarmee tot de verbeelding van een onafhankelijke en vrije menselijke ziel.

 

Deze vrije ziel schept de illusie van vrij en bewust leven, zelf keuzes maken en naar eigen wil handelen. Moderne inzichten tonen aan dat we ons meer bewust zijn van ons handelen dan dat we dat bewust doen. Maar met ons zelfbewustzijn kunnen we wel terugkoppelen op wat we doen. We zijn daarmee in staat dat te ervaren, er over na te denken en ons toekomstig handelen hierop aan te passen.

Het eerste iets is geëvolueerd tot op de mens. In deze organisatie van dat eerste iets manifesteert zich nu een immateriële terugkoppeling op wat daardoor gebeurt, daarmee op de verdere evolutie van dat eerste iets.

 

Naar huidige inzichten blijkt onze ziel zowel het product van ons lichaam als de wijze waarop we dat materieel verder hebben georganiseerd, de mate waarin we ons lichaam materieel hebben verlengd met materiële middelen.

 

Met het oplichten van dit zelfbewustzijn is namelijk een evolutie door de mens heen op gang gekomen. Die begon namelijk gereedschappen, werktuigen en vele andere materiële middelen te ontwikkelen. Met als doel zich daarmee materieel te kunnen verlengen. De mens werd zo meer dan alleen het eigen lichamelijke. Deze evolutie, door ons heen en naar de mogelijkheden die we ontdekten, danken wij aan ons vermogen tot ratio en rede.

Daarbij is deze evolutie noodwendig, iets wat wij als rationele wezens, in samenwerking en overleg met elkaar, niet kunnen vermijden. Wij moeten het mogelijke dat zich aan ons openbaart. En komen daarbij uit op producten en waarden die niet anders kunnen, noodwendig zijn naar actuele mogelijkheden gebaseerd op de wetten voor het materiële.

 

Natuurlijke selectie is de drijvende kracht van de evolutie van de levende natuur. De motor van de evolutie door ons heen is die terugkoppeling vanuit ons menselijk bewustzijn op wat door ons heen gebeurt.

Bezinning daarop leidt tot de wens tot steeds beter en anders. Op zich vanuit een emotionele beleving. Die leidt tot rationeel zoeken en uitproberen van verdere mogelijkheden tot dat betere of het andere. In de economie resulteert dit in het kwaliteitsproduct, in de optimale afstemming van producties op de wensen van haar markten. In een democratie leidt dit het reageren op maatschappelijke problemen en de politieke wil die op te lossen.

Deze evolutie naar beter, eerlijker, gevarieerder vereist vrijheid voor dit proces van terugkoppeling in zowel economie als democratie.

 

Deze evolutie resulteert in al het materiele dat we aan ons kunnen toevoegen, waarmee we onszelf verder organiseren. Dat bestaat uit zowel hardware als software, uit materiële middelen en programmering van ons brein. Ook deze programmering is namelijk materieel, iets chemisch en elektrisch in onze hersenen, dus materiële verlenging daarvan.

Door de mens heen evolueert alles wat we materieel aan ons toevoegen, alsmede de software nodig om dat te kunnen gebruiken.

Deze hardware en software samen resulteren in die menselijke ziel, de manifestatie in deze wereld van de immateriële mens, van ons immateriële ik, met materiële middelen, en met kennis en ervaring, taal, denkvermogen, met geestkracht, met mensmassa.

 

Mensmassa, want ook deze menselijke geestkracht is onderhevig aan gravitatie, trekt zich samen. Wij mensen willen niet alleen vereend zijn, samen met anderen leven, werken en denken, wij bestaan zelfs bij de gratie daarvan. Alleen in gemeenschap met anderen ontstaan mensen, ontluiken die menselijke zielen.

 

Deze noodwendigheid brengt mensen tot overleg, discussie, bezinning, samenwerking, iedereen met eigen woorden.

Gravitatie van mensmassa resulteert zo in mensfusie, het ontstaan van nieuwe woorden.

Met de mens ontstaan in de schepping sterren van mensmassa met mensfusie. De daarin geproduceerde sterrenstof, woorden, straalt uit in de ruimte van onze menselijke wereld. En leidt via gravitatie zo tot steeds nieuwe sterren met mensfusie.

 

De sterrenstof van deze mensfusie: woorden. Woorden staan voor verklaringen, betekenissen, overtuigingen, ideeën, geloven, ideologieën, emoties. Beschavingen liggen vast in woorden. Religies zijn naar het Woord. Concreet denken doen we in woorden. Overleg en elkaar overtuigen is met woorden. Recepten en gebruiksvoorschriften zijn in woorden. Verbeeldingen van de werkelijkheid zijn in woorden. Wetten, regels, normen en waarden zijn verwoord.

Woorden staan weer voor verhalen met vele woorden. Tik op internet een woord in en je krijgt eindeloos veel verwijzingen naar verhalen, verklaringen, duidingen.

Woorden zijn er in vele talen. De talen die we spreken en schrijven, de talen van de wiskunde en de natuurkunde, die van beelden, in steen, op papier, de cartoon, de film, het symbool, de talen van muziek en dans, die van het gebaar, het ritueel, van binnen- en buitenruimten, de talen van de mode met opmaak, sensualiteit en geuren. Met vele woorden in allerlei talen wervelt en straalt de sterrenstof van de geschiedenis van mensfusie door de menselijke wereld.

Door die evolutie door ons heen evolueert ook het woord, veranderen hun betekenissen, neemt het aantal toe, worden de verhalen ervan langer en complexer. Culturen ontwikkelen zich door de tijden heen met steeds meer woorden. Wat nog niet is geschied, bedacht, gezien, ervaren kent nog geen woorden. Woorden geven deze geestelijke erfenis door. Mensen die woorden niet kunnen begrijpen of lezen, niet mogen horen, missen veel van deze erfenis. Hun geestelijke massa is daardoor beperkt, verouderd, eenzijdig, verminkt. Persoonlijke mensmassa staat en valt met opvoeding, onderwijs, educatie, een heel leven lang. Mensen die hun woordenschat verwaarlozen gaan terug in hun tijd, moeten zelf alles weer meemaken, uitvinden, ervaren, waar maken. Wil je woorden wissen dan moet je ook de mensen wissen waarin ze leven.

 

Gravitatie van mensmassa leidt tot centra van samen werken, teams van doen en denken op vele terreinen, tot vele sterren van menselijke activiteiten. Bekijk de aarde in de nacht vanuit satellieten en je ziet het licht van die centra. Steden veroveren de aarde. Als schuim met vele cellen vloeit deze contractie van mensmassa over de aarde heen. En met in al die cellen kans op mensfusie. De stad, veeldimensionale bundeling van cellen, op allerlei manieren met elkaar verbonden en communicerend, over alle grenzen heen.

De stad als de matrix, organisatie in vele richtingen, waarin ieder mens verbonden is met alle anderen. Fysiek is gevat in cellen voor werken en wonen, educatie, verzamelen, consumeren, overleg, kunst, sport, recreatie. Door vele middelen voor communicatie vereend. Voorzien van telefonie, radio, televisie, internet voor de uitstraling alles wat aan mensfusie vonkt in al die cellen. Daarbij iedereen participerend in meerdere cellen.

De stad is de huidige concrete expressie van die mensfusie. Die de kernfusie van de zon heeft geïnitieerd, op de juiste temperatuur houdt en voorziet van de benodigde energie. Van dat laatste zelfs een voorraadje heeft aangelegd voor onze start van die evolutie door ons heen.

We zijn op weg naar een mondiale verstedelijking, de stad zonder grenzen waarin ieder mens vrij zichzelf kan zijn, vrij mag denken en geloven, economie, kunsten en wetenschappen vrij zijn, het leven valt te beleven en genieten naar ieders eigen zin en zaligheid. Daarbij voegt die stad ook al het niet stedelijk aan zich toe, voor productie van voedsel en winning van energie, voor buiten wonen, recreatie, rust en verpozing, voor behoud van natuur en plek voor onze nog vrij levende voorfamilies.

 

Die mensfusie, die evolutie door de mens heen; het begon bij jagers en verzamelaars met de uitvinding van vuur en gereedschappen voor de jacht. Met nog maar weinig woorden bespraken ze hun wereld met toen nog onbekende en gevaarlijke krachten. Die fuseerden tot de woorden van het animisme: de eerste verbeelding van geesten en goden. Zich settelend met landbouw en veeteelt regelden zich relaties en taakverdelingen. De mannen beleefden de vrouwen als de akker voor hun zaad, zagen ze hun kinderen voedden en verzorgden, nijver het werk doen, eten bereidden en ze laten mee-eten; en vonden dat het goed was, noteerden dat goden dat kennelijk zo beslist hadden. Deze woorden als sterrenstof verspreid bezegelde het lot van de vrouw tot op heden. De woorden daarvoor uit die tijd, de eerste pin-ups: gesneden beeldjes met overgrote borsten, een ronde buik en een geprononceerd geslacht.

 

De mens begon met weinig woorden, veel niet te bewijzen verbeeldingen en beelden en schilderingen als woorden.

 

Intensieve beschavingen langs rivieren werden afhankelijk van strakke regels voor taakverdelingen en gezagsverhoudingen. Daarmee regelden ze alle individuele willekeur weg. De cultuur van het oude Egypte was bedoeld om de tijd te trotseren. Dat lukte vele millennia. De woorden over die periode veranderen nauwelijks. Het beeld van de mens is en blijft naar een strikt stramien, in eindeloze rijen, ijverig bezig. Mensen zijn horig aan, materiële verlenging van de heersende macht, overgroot verbeeld in steen. Een gemeenschap met de cultuur van de absolute orde. Dat het anders kon, daarvoor bood hun verleden nog geen woorden. Die moesten nog geschreven worden.

Steenhouwers hakten deze geschiedenis uit in steen en schrijvers schreven ze uit op het eerste papier. De mensmassa van dit volk kwam niet verder dan die bruine dwergen in het heelal, net even warm maar nauwelijks nog mensfusie. Priesters stelden de orde en soldaten zorgden er voor dat nergens rode dwergen konden ontstaan, dat iets van vernieuwende mensfusie mogelijk werd, dat er nieuwe woorden konden ontstaan.

Uiteindelijk verdampte deze ster toch, met als sterrenstof voor volgende beschavingen: de horige mens in een absolute orde van één opperwezen, vertegenwoordigd door koningen met priesters en soldaten in burchten.

Tot op heden vormden zich uit deze sterrenstof beschavingen.

 

Met steeds grotere volkeren dichter op elkaar evolueerde ook het menselijk conflict. Dat ontstak de mensfusie voor de ontwikkeling van middelen en de moraal voor verdediging, aanval en verovering. Oorlog werd een voornaam kenmerk van beschaving. De beelden zijn die van overwinningen op het slachtveld en van wat we nu noemen misdaden tegen de menselijkheid.

Het sterrenstof van deze beschavingen balt zich nog steeds samen in centra van mensfusie voor het bedenken van almaar betere vernietigingsmiddelen.

 

In deze concentraties van mensen ontstonden de eerste steden, met cellen van mensfusie gericht op technieken, kunstnijverheid, bezinning, dienstverlening, educatie, vermaak. Daarin ontloken nieuwe en vrije talen.

En toen was er even Athene en omgeving met mensen die filosofeerden over zichzelf en de wereld waarin en waaruit ze waren en met menselijke verhalen. Hun beelden: die van de ideale mens en die met gevoelens en emoties. Even een blauwe reus en een supernova. Daarmee verwaaide de sterrenstof van deze mensfusie met geheel nieuwe woorden en originele verbeeldingen. De wereld kreeg een steeds rijkere geschiedenis.

 

De Romeinen zouden er zich in koesteren, en dan vooral de mannen. Hun beelden: die van markante persoonlijkheden die zich met woorden en wapens bewezen, en van taferelen van oorlogen en grof geweld. Rome was de manifestatie van sterke mannen. Die het graag leuk met elkaar hielden en van het leven wisten te genieten. Daarom kozen ze uit hun midden de leider, als eerste onder gelijken. Uit deze regeling en van andere verhoudingen ontwikkelde zich het Romeinse recht als sterrenstof.

Afglijdend naar een totalitair systeem bezegelde hun lot de willekeur van zowel sterke als bizarre persoonlijkheden, zich manifesterend met veroveren, koloniseren en uitbuiten van wingebieden en in arena’s geobsedeerd door de dood. Als soldaat toegevoegd aan een usurpator was een lucratieve vlucht uit de sleur van het boerenbestaan of slavernij. ‘Heil Caesar en wij volgen u’ de sterrenstof voor het huidige - één volk één leider - met alle kwalijke consequenties, ook in democratieën.

Te groot gegroeid en overal grote weerstand verwekkend, imploderen dit rijk.

 

De Europese Middeleeuwen vormden zich in het sterrenstof van het absolutisme, was een samenleving van boeren horig aan ridders in burchten, en met een nieuwe religie, die van ‘Het Woord’. Deze eredienst ontwikkelde zich tot een dominante macht binnen het feodalisme. Bij de gratie van paus en priesters, met zo hun netwerken, promoveerden dominante roofridders tot edelen.

Deze godsdienst focuste alle mensmassa op zichzelf, en op een keurslijf van riten, normen en waarden, geboden en verboden, middelen en methoden om elk ontsnappen radicaal af te straffen. Daarmee werd anders en vrij denken lang uitgebannen. Deze vroege en donkere tijden mochten eeuwig duren. Mede dank zij de wapens van die geadelde elite. De daaraan horige mens had te dienen en te lijden en met een beloning na de dood. De beelden van die tijd: die van de devotie en aanbidding van het lijden. Met wetenschappen als geneeskunde in coma gehouden werd er dan ook veel geleden. Oorlogen en epidemieën teisterden deze tijden.

Wereldlijk steeds machtiger en geestelijk overmoedig ontstond de drang tot veroveren, koloniseren en evangeliseren. Kruistochten bracht ze in het sterrenstof van de Grieken en Romeinen. Gravitatie daarvan in steeds meer steden fuseerde tot de renaissance. Het feodale systeem verwaaide, met als erfenis een rode dwerg, die van de religie naar ‘het Woord’ en die oude adel. Materieel restten de kastelen, kathedralen en kloosters van de elite, en de recepten met slakken en kikkers, toen voedsel voor honger lijdende horigen.

 

In die renaissancesteden waagde mensmassa weer het vrije denken en waarnemen. De uitvinding van de lens maakte vooral dat laatste mogelijk.

 

De lens, een van onze belangrijkste uitvindingen. Met telescopen kijken we nu tot op de grenzen van ruimte en tijd. Microscopen dringen door tot in het allerkleinste. Camera’s noteren al ons zijn, doen en laten. Met de snelheid van het licht snellen al die beelden over alle grenzen heen naar ogen die ze willen zien.

Met de uitvinding van de lens opende zich de wereld, kantelden alle bestaande verbeeldingen, openbaarden zich nieuwe inzichten en perspectieven, begon de wetenschap aan haar onstuitbare carrière.

 

Waarneming van een werkelijkheid leidt tot begrijpen en verklaren en zo tot een verbeelding van die werkelijkheid. Die we daarover projecteren als een vanzelfsprekendheid. Wat we zien is voor ons werkelijk. Wetenschappen presenteren verbeeldingen die iedereen kan verantwoorden, zelf kan zien en bewijzen.

Wetenschappen komen zo uit op waarheden met algemene stemmen, mede dus op de fundamenten voor democratie. Die wil zich immers alleen daarop baseren. Democratie zal dus nooit verder reiken dan wat wetenschappelijk mogelijk blijkt.

 

De wetenschappen legden verbanden bloot, formuleerden de wetten van het universum. De banen van planeten werden berekend en technieken mogelijk. De stoommachine bracht industrialisatie. Daarmee een spoel bewogen in een magnetisch veld toverde elektriciteit. Bacteriën verraadden zich als de veroorzakers van ziekten. Wiskundige en economische modellen konden worden getoetst aan de werkelijkheid .

Een nieuwe tijd begon, met over alle grenzen heen cellen van mensfusie van met elkaar denkende en doende mensen. Daaruit fuseerde een rationaliteit, die absoluut waar leek. Die doordrong tot in alle aspecten van onze samenleving. Alles werd en is een onderwerp van wetenschap: economie, onderwijs, bestuurskunde, recht en orde, gezondheidszorg, communicatie, media, de menselijke ziel.

Een enorme zon begon te branden en te stralen, een blauwe superreus. Een uiterst instabiele ster bleek al snel, met een enorme lichtkracht, en leidend tot een hypernova. Gigantische hoeveelheden sterrenstof vulden de menselijke ruimte. Maar al die nieuwe woorden moesten nog bewijzen wat ze waard waren, een praktisch bruikbaar verhaal worden. De nieuwe tijd begon met een enorm optimisme in opperste verwarring.

De nieuwe woorden kwamen meteen in conflict met al het zo fraai en ingenieus verbeelde uit de vele vorige eeuwen. Antieke machten verweerden zich heftig, zagen hun behaaglijke eeuwigheden bedreigd. Industrieën kweekten een groot stedelijk proletariaat. Woorden als vrijheid, gelijkheid en broederschap beantwoordden die ellende met revolutie. Utopische modellen werden bedacht, die zo geweldig logisch leken en dus moesten, doch nog lang niet bewezen waren. Maar grootse perspectieven waren veel offers waard. Nieuwe religies – ideologieën - brachten hun visies in praktijk, met veel geweld. Aangevoerd door bevlogen leiders en naar het sterrenstof: ‘heil Caesar, wij volgen u’. De willekeur van enkelen claimde het absoluut historisch of wetenschappelijke gelijk en lieten velen daarvoor wijken het graf in. Inmiddels maakte nieuwe ontdekkingen dat geweld tot in het extreme mogelijk.

Tenslotte bewezen dat al deze modellen niet werkten, kreeg democratie weer kansen, kwamen we terecht in onze tijd. Zijn wij beland in een wereld vol met het meest verrassende sterrenstof voor de eindeloos gevarieerde mensmassa’s. Gravitatie balt die samen in cellen, die met de huidige middelen voor communicatie de hele aarde overdekken. Waar komen we met deze gigantische mensfusie op uit?

aaa

In sterren resulteert de kernfusie in een beperkt aantal elementen, die van het periodieke systeem, belandt de evolutie op eindwaarden, waarden die naar de natuurwetten niet verder kunnen evolueren.

Theoretisch zijn er meer elementen mogelijk. Maar praktisch kennelijk niet. Deze evolutie beperkt zich dus ook tot het praktisch bruikbare, komt uit op praktische eindwaarden.

De evolutie op aarde toont eenzelfde beeld. Het principe van bouw en werking van zoogdieren is voor alle gelijk. Variatie daarop leidt tot de grote verscheidenheid van soorten. Ook de evolutie van het leven uit op praktische eindwaarden. Daarbij zijn de mogelijkheden van de schepping, naar de natuurwetten, tot het uiterste benut, maar niet verder dan het praktisch bruikbare.

De evolutie consolideert zich in praktische eindwaarden, in uitersten in ascese.

 

Voor mensfusie, voor die evolutie door ons heen, geldt dezelfde wet. Technische producten zijn slechts naar wat mogelijk is en wij praktisch vinden. En eenmaal alle mogelijkheden ervoor ontdekt en toegepast belanden ze op een eindwaarde. Ze zijn dan niet meer researchgevoelig. Tevens blijken ze dan niet anders te kunnen dan naar het principe van die eindwaarde. Alle auto’s, huishoudelijke apparaten, vliegtuigen, horloges zijn naar eenzelfde principe.

De evolutie door ons heen komt noodwendig uit op eindwaarden die wij mensen als praktisch ervaren en daarom willen.

Veel producten zijn met elkaar verweven en ook die balans zoekt een eindwaarde. Het finishen van die evolutie door ons heen op dat finale uiterste in ascese zal dus nog wel even duren. Maar met ons groeiend zicht op alle mogelijkheden van onze wereld en van wat we willen en als praktisch bruikbaar beleven, weten we inmiddels van hun eindwaarde. Onze bomen zullen nog veel hoger groeien, maar niet de oneindigheid in.

 

Waar we op uitkomen met die mensfusie, de motor van de evolutie door de mens heen? De mensheid heeft waarschijnlijk nog heel wat miljoenen jaren te gaan. Dus alle tijd om al het materiële voor haar verlenging eens te brengen op dat uiterste in ascese. Voor zover de auto een functie behoudt in die toekomst valt daaraan dan niets meer aan te evolueren, te innoveren, te verbeteren. Dan zijn alle mogelijkheden daarvoor tot op het uiterste benut en niet verder dan we praktisch vinden en betalen kunnen. Alle technieken voor aandrijving, besturing, automatisering, beveiliging enzovoort zijn op eindwaarden geland. Niks praktisch nieuws valt meer te verzinnen. De energievoorziening ervoor ligt dan voor eeuwen vast. De levensduur voor alle onderdelen is optimaal, het onderhoud tot een minimum gereduceerd.

Die auto is dan zowel optimaal duurzaam als uiterst bestendig, wordt een erfenis over vele generaties heen. Het enig mogelijke is de variatie op deze eindwaarde. Daar leeft onze creativiteit zich nu al uit. Door de tijd heen wordt het autopark dus een uiterst bonte en duurzame verzameling antieke Old Timers.

Wat voor de auto’s geldt, zal zich realiseren voor alle producten voor onze materiële verlenging. Ook de computer, heel complex, komt op een uitvoering die we praktisch volmaakt vinden. De gezondheidszorg zal eens alle mogelijkheden verkend en bruikbaar gemaakt hebben. Producerende vermogens als bedrijven consolideren eens tot eindwaarden. Dit lot is alle materiële waarden die gebonden zijn aan de natuurwetten van deze wereld beschoren.

 

Die evolutie door ons heen tendeert dus naar optimaal duurzaam en uiterst bestendig. Dat betekent een almaar toenemende materiële erfenis over de generaties heen. Een samenleving waarin deze evolutie zich vrij mag manifesteren wordt dus steeds rijker en welvarender. En komt uit op welvaart voor iedereen door deze erfenis eerlijk te verdelen.

Welvaart maakt mensen mondig en tendeert zo naar democratie. Democratische overeenstemming over die vererving kan alleen een min of meer eerlijke verdeling zijn. Naar een principiële eindwaarde: ‘gezamenlijk gerealiseerd = gezamenlijk vererven’.

Het perspectief van deze eindwaarde is dus een basisvermogen voor iedereen en het rendement daarop een basisinkomen. Overal waar democratie uit blijft zullen heersende elites zich meester maken van deze erfenis. De huidige situatie is dat één procent van de wereldbevolking beschikt over meer dan vijftig procent van het totale vermogen. Er valt dus nog heel wat te democratiseren en rechtvaardig te verdelen.

Deze op zich materiële erfenis heeft alleen zin voor zover mensen die daaraan kunnen geven. De programmering van de mens in balans met deze erfenis van elke nieuwe generatie is dan ook mede onderdeel van die vererving. Onderwijs en permanente educatie voor iedereen maakt deel uit van een eerlijke verdeling.

Educatie maakt de ontwikkeling van persoonlijke eigenwaarde in balans met aanleg en talenten mogelijk. Een zinvolle materiële verlenging reikt nooit verder dan deze eigenwaarde. Het bezit van een piano heeft alleen zin als er op kunt spelen. Doe je dat heel goed dan ben je een dure vleugel waard, kun je je daarmee verdienstelijk maken en zo het nodige verdienen om die aan te schaffen.

Materiële en geestelijke armoede is het resultaat van slecht onderwijs, een gebrekkige democratie en persoonlijk falen in het realiseren van een eigenwaarde.

 

Een basisvermogen, een basis voor iedereen om te overleven, zowel materieel als geestelijk. Noodwendigheid naar die evolutie door ons heen naar eindwaarden. Ook de enige oplossing voor een op eindwaarden uitkomende economie. Daarin zijn mechanisering en automatisering dan optimaal benut en is werk tot een minimum beperkt. Het aantal multinationals beperkt zich tot de overlevenden in de strijd om overnamen. Die consolideren zich dan tot een evenwichtige balans van producties en afzetgebieden. De huidige uiterst dynamische economie voor onze basisvoorzieningen wordt statisch en monopolistisch. Het basisvermogen maakt dan leuke rendementen.

Dat rendement komt terecht bij de aandeelhouders, en met iedereen een basisvermogen en dus aandeelhouder, bij iedereen, en zo bij hun afzetmarkten. Bedrijven zijn er dan niet meer om met geld geld te verdienen maar om te functioneren en renderen naar hun productiedoelstellingen.

Deze ontwikkeling leidt noodwendig tot monopolies, die, willen we niet dat enkelen ze uitbuiten, democratisch zijn te regelen. En zo’n regeling komt dan noodwendig uit op die enig juiste oplossing: iedereen aandeelhouder.

In deze economie op eindwaarden valt vooral efficiënt te werken en goed huis te houden, en weinig meer te bewijzen met verrijking, vertoon en innovatie. Alle kans dat vooral vrouwen deze basis voor ieders bestaan mogen, moeten gaan runnen.

 

Deze erfenis voor iedereen, materieel en geestelijk, leidt tot een enorme toename van mensmassa, met navenante gravitatie en nieuwe vormen van mensfusie. Met als product die van een uniek circuit, die van dienstverlening, creativiteit, kunst, overleg, bezinning enzovoort. Materiële verlenging vooral voor onze persoonlijke programmering, ons persoonlijk uniek immaterieel ik zijn. De materiële dragers daarvan, papier, schijfjes, de enen en nullen daarop, de draden en golven voor uitwisseling, die komen uit op praktische eindwaarden. Wat ze dragen is het product van dit unieke circuit. Voor de evolutie van deze sterrenstof zijn de mogelijkheden onbeperkt. Deze stof is namelijk immaterieel, dus niet gebonden aan natuurwetten en kent daardoor geen eindwaarden.

 

Dank zij de grote triomfen van de wetenschappen al deze ontwikkelingen op praktische eindwaarden. Die niet verder komen dan de natuurwetten mogelijk maken. Daarmee stranden ook deze wetenschappen eens op eindwaarden, op een praktisch bruikbaar kennen en kunnen van alles wat deze schepping voor ons in petto heeft. Het zal nog wel even duren voor we zover zijn. En het zal moeite kosten om ook deze noodwendigheid te aanvaarden.

Nog steeds blijft wetenschappen de toegang tot absolute waarheden geweigerd. Wiskunde bijvoorbeeld, gebaseerd op ons vermogen tot logische denken, wil graag verder, tot op dat absolute weten. Maar begint altijd vanuit enkele niet te bewijzen axioma’s. Veel waargenomen werkelijkheid weten we te verklaren. Maar dat begrijpen wordt nooit de werkelijkheid zelf. Met telescopen kijken terug tot op seconden voor het uur nul van onze schepping. Maar kijken we ooit door dat moment heen? Duizenden mensmassa’s hebben zich met vele miljarden aan materiaal laten verlengen om met deeltjesversnellers het laatste nog ontbrekende deeltje te vangen. En wat als we het vinden? In alle opzichten reikt de wetenschap naar haar eindwaarden. Deze eens zo machtige zon tendeert naar een rode reus met heel veel sterrenstof. Ze blijft belangrijk, heel lang overheersend, maar met steeds minder praktisch bruikbaar nieuws te melden.

 

De producten van al die sterrenstof lijken uiterst complex. Toch is de codering ervan uiterst eenvoudig. Die positie van de elementen in het periodieke systeem: een kwestie van het aantal elektronen plus protonen. Het DNA voor alle leven is geschreven met vier basen. En de woorden die wij bedenken; we schrijven ze uit en geven ze door met enen en nullen.

 

Met alles praktisch volmaakt naar de ultieme mogelijkheden van deze wereld valt de mens terug op zichzelf. Met een basisinkomen en onderwijs voor iedereen is alles voor ieders ontplooiing beschikbaar. Iedereen heeft dat dan wel zelf waar te maken. Wat zijn we persoonlijk waard, qua talenten, aanleg, wil en wilskracht, die vraag mag iedereen zelf beantwoorden.

Rationaliteit raakt uit. Steeds meer beleven we ons mede als een irrationeel wezen, met emoties en onderbewuste verlangens, als een diertje met driften en instincten. En wat dat beestje wil en doet; de vele media laten het zien. Met alle grote verhalen uitgeschreven, de universele doelen gerealiseerd, komt iedereen te staan voor het maken van het eigen verhaal. Wat doen we met al die mogelijkheden, wat willen we beslist niet, wat is praktisch, zinvol en ons geld waard gezien onze talenten, wat leidt tot verspilling en verveling, wat is levensgevaarlijk? Wat maken we van ons leven?

De verlichting, het begin van de opmars van de wetenschap, leidde in eerste instantie tot grote verwarring en verdwazing. Dit begin van ieder voor zich zal eenzelfde lot beschoren zijn.

Voorgangers te over die ons in dit labyrint te weg willen wijzen. Goeroes in overvloed die ons wegen trachten te duiden. Mensen zien we dwalen naar de willekeur van vermeende verlossers. Roept u maar, met geld, en ik maak er chocola van, en daarmee gaan we dan recht door de zee in.

 

De wereld is meer dan wat we rationeel weten en begrijpen. Logisch lijkende verbeeldingen proberen daar overheen te reiken. Maar met geen enkele relatie tot enige werkelijkheid introduceren ze slechts geloven en ideologieën. Wiskundige modellen van werkelijkheden met vele dimensies en andere heelals lijken leuk maar bewijs maar eens. Antieke religies poetsen hun heilige woorden op. Kwakzalvers, glazen bollen, horoscopen met duidende sterren, genezende handen, aura’s, bezwerende woorden; van alles haalt menselijke verbeelding uit de kast.

 

De evolutie door ons heen, we beleven die meer en meer als een noodwendig moeten buiten ons willen en wensen om, als een kracht door ons heen die we niet meer in de hand hebben. We zijn ons meer bewust van wat we doen dan dat we bewust handelen. Daardoor beleven we steeds meer risico’s waar wetenschappen geen goed antwoord op hebben. Wat zijn de gevaren van kernenergie en gestoei met genen die we toch menen te moeten? Door ons heen werken de wetten van de chaos. Milieu en klimaat zijn daardoor onbeheersbaar.

Met als reactie de vlucht in de fictie van het absoluut veilige. Liever niets dan iets en overal tegen en naar het eigen belang. De haven van Amsterdam nu met de Noordzee verbinden: absoluut onmogelijk. Openbaar vervoer maar geen Betuwelijn of een tram door de stad. Tunnels op veilige afstand van natuurgebieden stemmen we weg. De mosselkwekerij draaien we de nek om omdat we niet weten wat veilig is voor mosselen. Kernenergie om het CO² probleem op te lossen, regenwouden te redden, onrendabele windmolens en vervuilende steenkoolcentrales te vermijden: onbespreekbaar. Met iedereen een mobieltje aan het oor wordt de straling er voor verdacht.

 

Toch zullen al deze problemen en vermeende dreigingen door de wetenschap heen tot een oplossing komen. Voor de mens is niets meer van nature, laten goden alles aan ons over, moeten we alles zelf oplossen, zijn we overgeleverd aan die evolutie door ons heen. Een noodwendige stroom, dat wel, maar die we wel degelijk kunnen inschatten op consequenties, en in die we dus kunnen voorzien van redelijk veilige dijken. Het klimaat zal veranderen en de zeespiegel kan stijgen. Misschien dat we Nederland eens verbouwen tot een rif aan zee met als achterland een haf voor zoet water en met terpen; voor of na een grote ramp. Maar de zeespiegel kan ook dalen, lag tienduizend jaren geleden veel lager. Zowel technisch als economisch is een antwoord op beide scenario’s haalbaar. In energie en voedsel voor alle toekomsten is te voorzien. In de natuur houden roofdieren de kudde gezond. Wij kunnen dat met wat de schepping ons aan mogelijkheden openbaart. Voor al onze problemen realiseert zich eens een oplossing als eindwaarde. De evolutie door de mens heen heeft een hele lange adem. Wetenschappelijk hebben we al min of meer zicht op het sterrenstof daarvoor. Maar veel van die woorden zijn nog verder uit te schrijven.

 

Veilige dijken voor iedereen en alles, met systemen van rechtshandhaving, voorzien van machtsmiddelen om overtredingen op te sporen en misbruik te bestrijden en te vervolgen. De belangrijkste opgave voor deze tijd.

Een vrije wereld waarin iedereen zich mag manifesteren naar eigen zin en zaligheid. Met als enige beperking daarbij die vrijheid voor anderen niet belemmeren.

Maar met iedereen meer dan alleen zichzelf, met recht op een plek, bezit en posities, is dat altijd een menselijke steppe met hekken en muren, met monopolies. Die we dus democratisch hebben te regelen.

Beveiliging houdt in bestrijding van criminaliteit. Criminaliteit is nu een wezenlijk bestanddeel van de internationale economie. Globalisering van de democratie zal ze geleidelijk aan elimineren. Een internationale rechtsorde stelt nu al dergelijke misstanden aan de orde.

De drift tot overleven binnen sociale misstanden en achterstanden creëert criminaliteit en terrorisme. Eerlijk delen is het enig juiste antwoord daarop.

Een beduidend percentage van elke samenleving komt moeilijk tot niet mee. Die moeten we gewoon meenemen en deels tegen zichzelf beveiligen.

Producties die niet mogen maar met wel een grote en getolereerde markt vragen om georganiseerde misdaad. De enig zinvolle oplossing is zowel deze producties als de markten reglementeren.

Een seksuele moraal creëert prostitutie en misbruik van de vrouwen. Veel religies zien de vrouw nog steeds als akker voor en horig aan de man. Een positie die zo nodig met geweld wordt bestendigd. Diverse landen komen statistisch aanmerkelijke percentages, miljoenen vrouwen te kort. Deze holocaust van vrouwen wordt nog steeds getolereerd.

Corruptie gedijt welig bij te grote dienstbaarheid aan geld en macht. Onwil om te handhaven werkt gedogen in de hand. Alle landen tolereren zwarte circuits en belastingparadijzen, koesteren de privacy van overtreders.

Bewust roekeloos gedrag: een grote bedreiging van de veiligheid. In het verkeer veroorzaakt het vele doden. De huidige financiële crisis is te danken aan bewuste genomen risico’s voor direct eigen gewin van enkelen voor rekening van vele noeste spaarders.

Welvarende en ludieke cellen stralen hun waarden uit over hun grenzen heen. Daarbij genereren ze een geestelijke zonnewind die alles wat er niet in thuis hoort, te licht of anders bevonden wordt, weg blaast. Soort zoekt soort en naar de eigen moraal. Rijke centra zijn voor de rijken, elitaire voor de ludieke geesten. Grote steden omringen zich met slaapwijken en achterbuurten voor hen die moeten wijken. Maar wel nodig zijn voor de dienstverlening in die de centra. Ook dit leidt tot monopolies die democratisch te regelen zijn.

 

En deze democratie? De manier waarop is een kwestie van spelregels. Voor Europa zijn we dat nog aan het uitzoeken. En dan is het vooral een zaak van wat is mogelijk. Hoe kunnen we samen het milieu redden, voor genoeg en veilig voedsel zorgen, criminaliteit bestrijden, goed onderwijs garanderen, in de economie eerlijk delen. Allemaal zaken voor rationeel overleg over keuzes uit wat wetenschappelijk mogelijk blijkt.

De spelregels, daar raken we eens over uitgepraat. We willen immers aan het werk. En wat mogelijk is, daarvoor gelden die eindwaarde! Dan rest alleen nog een systeem van handhaving van een praktisch volmaakte orde en veiligheid voor iedereen op deze aarde. Met de nodige machtsmiddelen. Want de unieke mens komt nooit uit op praktisch volmaakt.

 

De apotheose van die mensfusie. Al het materiële is dan uitgeëvolueerd. De evolutie van nature naar de natuurwetten kwam uit op de mens, die door ons heen op eindwaarden voor onze materiële verlenging. Alle materiële mogelijkheden van de schepping zijn dan dat uiterste in ascese bereikt. Daarmee is de materiële basis voor de immateriële mens voltooid, voor de mens die niet zijn of haar lichaam is maar er een heeft en dat op eigen wijze materieel mag verlengen. Het fundament voor materieel en geestelijk overleven is dan voor iedereen gereed. Dat maakt deel uit van de economie en is niet meer afhankelijk van premies en belasting, sociale gevoelens of aalmoezen. Daarop kan iedereen zich vrij en naar eigen aanleg ontplooien.

En dat is voor iedereen uniek, anders dan alle anderen. Elk mens is dan een soort apart.

 

Daarmee komt de mensfusie uit op chaos, op een toekomst vol ongewisheden en verrassingen. In het klimaat kan een vlinder een orkaan veroorzaken. Onze geschiedenis kent de enorme consequenties van denken en doen van enkelingen voor vele anderen, zowel positief als negatief. Maar met de basis geconsolideerd en voor iedereen gegarandeerd en grondig beveiligd kan niemand meer het materiële lot van anderen beïnvloeden. Die vlinders onder ons leiden dan alleen tot immateriële surprises. Die bepalen dan de uitkomsten van die evolutie door ons heen, het sterrenstof voor verdere toekomsten. Dat niet gebonden aan de wetten voor het materiële zal nooit stranden of verzanden op eindwaarden.

aaa

Maar ook deze unieke mens blijft bestaat bij de gratie van de medemens, is alleen mogelijk samen met anderen. Alleen in cellen en publieke ruimten van samenleving kan die zich ontplooien en manifesteren.

In de stad dus, in de matrix met verbanden in alle richtingen en met vele dimensies. De matrix die de unieke mens mogelijk maakt, waarin iedereen zich materieel verlengd weet met vele anderen en verlenging is voor anderen. De matrix als voedingbodem voor iedereen, die elk mens bedient en laat dienen. In die stad verbrandt de chaos van het unieke in mensfusie tot steeds nieuwe sterrenstof voor komende generaties.

 

De laatste grote opgave van onze wetenschappen: die stedelijke ruimte met vele dimensies en praktisch volmaakt communicerend gestalte te geven. Die stad wordt alleen maar architectonisch boeiend antiek naar de eindwaarden die de tijd selecteert. Ze heeft alle mogelijkheden van uitstraling van menselijke sterrenstof.

Deze stad is grenzeloos, gebaseerd op een internationale democratie. Want alleen die kan veiligheid voor iedereen garanderen. Deze democratie en handhaving kent een aantal niveaus van beslissen en delegeren. Wijken vormen de grote stad, steden de naties, naties de federaties en die de hele wereld.

Op vijf niveaus beslissen we over onze manier van samenleven op aarde. Daarbij zijn de besluiten van de hogere niveaus de kaders voor die van de lagere. Dit kan omdat elk hoger niveau alleen besluiten kan met algemene instemming van alle lagere niveaus, met gekwalificeerde meerderheden. De besluiten van het hoogste niveau, die van de Verenigde Naties, zijn dan ook die van de algemene mensenrechten. Op het hoogste niveau is de vrijheid en de veiligheid van de individuele en unieke mens gesteld. Op lagere niveaus dreigt altijd de dictatuur van de meerderheid.

Op lokaal niveau, tot in de wijken, is af te stemmen op de plaatselijke belangen, maar altijd binnen het kader van het hoger gestelde. Daarmee is het individuele recht steeds gewaarborgd, zal nooit een dominante meerderheid een minderheid overstemmen.

 

Kernfusie leidt tot sterrenstof, materie voor nieuwe sterrenstelsels. Ook onze aarde zal eens sterrenstof zijn, als de zon is opgebrand en haar laatste adem zonnevuur de aarde verzengt, inclusief onze immateriële sterrenstof.

Tenzij we op de mogelijkheid stuiten die uit te stralen de ruimte met kans op ontvangst elders. In het heelal met miljarden melkwegstelsels, ieder met miljarden sterrenstelsels; niet onwaarschijnlijk dat daarin mensmassa in ontwikkeling is en is geweest. Als dat uitstralen kan dan is ontvangst nu mogelijk. Uiterst onwaarschijnlijk dat wij hier op aarde als eerste die methode ontdekken. Terwijl we daarmee wetenschappelijk nog maar pas bezig zijn.

Laten we speuren naar wat de ruimte ons mogelijk te vertellen heeft. Maar dan wel rationele middelen, zodat iedereen mee kan luisteren. Wie weet wat voor woorden we dan horen, in wat voor sterrenstof we dan terecht komen?

 

Juni 2008