Kindertijd

 

De tijd is wispelturig, gaat steeds zijn eigenwijze eigen gang, de ene keer te vliegensvlug en dan weer veel te traag. En altijd zoals ik het niet wil.

Heb je eens een leuk feest, dan rent hij naar het eind en maakt het zo voorbij. Bij een spannend verhaal op TV sluipt hij stiekem naar bedtijd. Een heerlijk ijsje maakte hij veel te snel op.

Maar verveel ik me, heb ik niets te doen, dan sjokt hij sloom achter me aan alsof hij alle tijd heeft. Het gemeenst is hij als ik ziek ben. Met pijn in mijn buik komt hij rustig naast me zitten en is dan niet in beweging te krijgen. Dan lijkt het of de dokter nooit komt en de pijn voor altijd is.

Maar ik kan de tijd gewoon vergeten. ’s Avonds na een verhaal van pa en een zoen van ma verjagen spannende dromen hem. Dan is er zo weer een nieuwe dag vol tijd voor van alles en nog wat.