Overleven

 

Iedere keer als ze uit de lift stapte zag ze het hoopje vrouw recht tegenover de deur, vastgesnoerd in een rolstoel en overduidelijk uitziend naar iemand die haar kwam bevrijden uit het tehuis. Dan wist ze juist gehandeld te hebben. Bij haar tweede bezoek had ze een praatje met haar geprobeerd. Gretig was ze daarop in gegaan, had ze getracht de woorden te vinden die vertelden wie ze geweest was en wat ze dacht. Maar alleen haar ogen hadden kunnen smeken van: neem me asjeblieft mee, weg van hier en naar een ander en beter land. Nu begroette ze haar steeds door licht haar dorre handen te drukken. Later had ze gesproken met haar dochter en gehoord dat ze kort na de dood van een dominante en zijn laatste jaren ziekelijke man was ingestort. Net toen een nieuw en beter begin gloorde had ze te wachten op een verlossend einde. Steeds als deze vrouw zag werd haar geweten weer gesust en kon ze zelfverzekerd doorlopen om een half uur lang zijn gezeur over zich heen te laten komen.

De hal was geliefd bij de bewoners van het tehuis. Gelegen tussen het trappenhuis en de liften kon geen bezoeker je ontgaan. Aan de balie was altijd wel gepraat en gelach van en met de dienstdoende verpleging. Vanaf de hal gaven twee gangen toegang tot de slaapzalen van de chronisch zieken. De ritmisch over de pastel geschilderde wanden verdeelde ramen en deuren presenteerden het volmaakte helemaal niets meer te verwachten van deze afdeling voor de voor goed afgeschreven mensen. Het toch wel verzorgde interieur en de fraaie kleurstellingen met nergens een detail mooi of lelijk diende om de bezoekers te verzekeren dat de hier opgeborgenen het niet beter hadden kunnen treffen. Een indruk die al begon bij aankomst als je zag hoe mooi verlaten het complex in fraai groen lag. Tot dit sinister voorportaal van menselijk wegebben had zij verdoemd kunnen worden. Nu was het zijn lot geworden. In een van de slaapzalen lag haar man, twee jaar geleden door een zware verlamming aan bed gekluisterd. Zijn enige hoop was nog eens in een rolstoel in de hal te komen.

 Eens per week kwam ze hem opzoeken, voornamelijk om zijn verwijten aan te horen. Waarom ze niet elke dag kwam, en dat ze altijd zo snel weer weg was. Of om haar te overhoren over haar besognes thuis en te vertellen hoe het allemaal veel beter kon. Nu kon ze hem gewoon laten doorzeuren gedurende de tijd die zij hem gunde. Hij bleef de dominante man die haar wilde overheersen. Daardoor bluste elk bezoek elke opflikkering van mededogen met zijn tragisch lot en wist ze weer dat ze juist en met recht gehandeld had.

 

Drie jaar geleden had ze de aanval ingezet. Hij was toen een half jaar thuis met de VUT en had zich als een gulzige spin in het web van haar leven genesteld. Zolang hij werkte, met een drukke baan en veel op reis, had ze redelijk veel tijd gehad voor zichzelf. Maar met hem over de vloer was dat helemaal over. Met als motto: van nu af aan doen we alles samen, laat ik je niet meer alleen, zal ik in alle opzichten je terzijde staan. Het begon met herinrichting van de woonkamer. Hij kocht een nieuwe luie stoel, met een elektriek voor alle standen, en plaatste die in haar favoriete hoekje. Hij moest nu de hele dag thuis zitten en zijn had immers van alles te doen. Toen was ze te verbaasd geweest om te reageren. Had ook hij niet z’n rechten op een gezellige plek en zij had meer hoekjes. Maar vervolgens ging hij van daaruit bewaken wat ze deed.

Voor het eerst werd ze dit gewaard met stof afnemen, toen hij haar meende te moeten vertellen wat ze had overgeslagen. Doen we ook dat immers samen, was zijn verweer geweest op haar commentaar. Dat van dien aard was dat hij dit nooit meer waagde. Om zijn ongenoegen hierover kenbaar te maken stak hij iedere keer als zij in de huiskamer bezig was zijn hoofd obstinaat in de ochtendkrant. Door een blik in de spiegel zag ze dat hij toch stiekem mee gluurde. Was ze een tijdje boven bezig riep hij al snel dat het tijd werd voor gezellig samen koffie drinken. Ze moest dan naar beneden komen, de koffie zetten, de koekjes op een schaaltje sorteren en mocht daarna zijn kritisch commentaar op de krant of radio aanhoren. Zelf koffie zetten, dat idee kwam niet in hem op, had hij nog nooit gedaan en kon hij dus niet. Ze wilde toch lekkere koffie. Wel thee zetten, en wel heel goed, had hij eens van een hospita geleerd. Maar die dronken ze bij het ontbijt en maakte zij altijd klaar. Nu het eindelijk kon wilde ook hij wel eens uitslapen. Op haar thee was dan ook altijd wat aan te merken. Bij dat eerste samenzijn kwam zijn bedisselen van wat die dag te doen, welke boodschappen, waarom en waar of toch beter daar, en hoe laat ze weer terug kon zijn. Een middagje gezellig statten was er niet meer bij. Want dan moest ook hij mee, en samen werd dat een bezoeking. Wilde ze zomaar wat etalages kijken, ging hij verderop geïrriteerd staan wachten of trok haar gewoon mee. Alleen de van te voren besproken winkels werden bezocht en dan zo kort mogelijk. Je moest weten wat je wou. Efficiëntie bij al haar doen en laten, dat zou hij haar eens bijbrengen. Was zijn kwaliteit op de zaak geweest. Zakelijk en snel beslissen, daar kon ze alleen maar plezier van hebben, hadden zijn medewerkers in hem zo weten te waarderen. Drie keer was haar beste vriendin nog op bezoek geweest. Vroeger kon ze uren met haar genoeglijk kwekken over van alles en niets. Maar nu mengde hij zich al snel in hun gesprek, poneerde zijn meningen en liet ze vervolgens nauwelijks nog uitpraten. Een heel intelligente vrouw, die wist te luisteren, vond hij eerst. Maar toen ze na drie keer alleen maar hem toehoren niet meer was komen opdagen, ze elke uitnodiging afwimpelde, vond hij het ongepast dat zij haar nog bezocht. Een onbetrouwbaar type, moest ze vanaf. Dat ze erg met haar te doen had met zo’n vent in huis had ze hem maar niet verteld.

 

Toen wist ze nog niet goed hoe ze hem moest aanpakken. Maar wel begreep ze dat dit zo niet door kon gaan. Eerst had ze in meer algemene termen proberen duidelijk te maken dat ze ruimte voor zichzelf nodig had en hij hobby’s diende te ontwikkelen. Hij had alleen maar geërgerd gereageerd, was stomverbaasd geweest over haar gebrek aan waardering voor alles wat hij dan toch maar voor haar had opgebouwd met zijn jarenlang zwoegen van vroeg tot laat, en dat hij nu recht had op zijn leven samen met zijn vrouw. Daarna wist ze dat hij onbewust een strijd op leven en dood met haar was begonnen, en een kwestie van wie zou die overleven. Omdat hij haar met zijn onbespreekbaar gedrag inmiddels ontzettend kwaad had gemaakt, wist ze ook dat zij die strijd zou winnen. Hij was altijd afhankelijk geweest van anderen, en nu van haar. Daarmee aan haar overgeleverd en zonder haar niets.

 

Op bezoek droeg zij altijd de jurk die hij zo netjes had gevonden. Hij had nooit veel aandacht besteed aan haar uiterlijk, als het maar beschaafd was. Daarom viel hem ook niet op dat ze steeds dezelfde aan had. Tevens verhulde deze jurk de stevige en bevallige vormen die haar lichaam had aangenomen en die in haar nu favoriete kleding hem ongetwijfeld waren opgevallen. Hij had een scherp oog voor aantrekkelijke vrouwen. En ze wilde niet verraden hoe ze van haar verkregen vrijheid profiteerde en genoot. De ergernissen toen met hem ineens thuis hadden haar toch nog redelijke figuur in overgewicht laten verwelken. Nu was het beter dan ooit. Haar drift te zullen overleven was de aanzet geweest zich mede te concentreren op haar lichamelijke conditie. Die moest optimaal zijn, wilde het geestelijk aankunnen wat ze van plan was. Ondanks zijn protesten had ze twee dagen voor zichzelf weten te claimen, op zijn voetbal-tv-avonden voor een clubje aquarelleren en logeren bij een vriendin. Daar had ze haar nieuwe vriend opgedaan, met ongeveer hetzelfde gedoe thuis en net als zij blij er even tussen uit te kunnen. Als vanzelf waren ze in een verhouding gevallen. Voor hem was seks allang taboe door de vele kwaaltjes van zijn partner. De primaire manier waarop haar man van zijn huwelijksrecht gebruik maakte hadden bij haar alle lust daarin doen haten. Maar met haar nieuwe minnaar werd het weer een groot feest. Op elke sleur te vermijden ontmoetten ze elkaar slechts één keer in de maand, op een van haar vrije middagen in een motel buiten de stad. Als zij daar aankwam had hij alles al geprepareerd voor hun samenzijn. Eerst dronken ze thee en vertelden elkaar over de belevenissen van de afgelopen weken, kropen ze geestelijk dicht bij elkaar. De lichamelijke ontmoeting kwam dan daarna. Uren konden ze dan genieten van wat ze wisten te ontdekken aan gevoeligheden bij elkaar. Daarna wandelend in het aangelegen bos herhaalde zich dit spel van lichamelijk en geestelijk elkaar zoeken, betasten en behagen. Later in het restaurant overlegden ze hoe ze hun volgende ontmoeting zouden voorbereiden. Ze spraken af welke tentoonstellingen interessant leken, wat ze zouden lezen en naar welke concerten ze gingen. Met als doel de volgende ontmoeting weer net zo spannend te maken. Soms zat er zelfs tussendoor een opwindende afsprak met een ander in, vooral toen ze gezamenlijke kennissen kregen die tot onverhoede avonturen noodden. Tijdens dit uitje zat thuis haar man met eten uit de magnetron en de veronderstelling dat zo logeerde bij de vriendin, die mede in het complot zat.

Het sportzaaltje van het hotel had haar in ban gebracht van lichamelijk afzien. Een fitnesscentrum bij haar in de buurt kostte haar man nog een avond in de week. Bij iedere ontmoeting controleerde haar minnaar minutieus haar vorderingen, betastte nieuw ontwikkelde spieren en beweerde steevast dat ze steeds lekkerder smaakte. Zelf was hij een fervent beoefenaar van de wielersport en ook dat was te ruiken en te proeven. De stijve er ruime truttenjurk moest er voor zorgen dat al deze positieve ontwikkelingen voor hem verborgen bleven.

 Haar veroveringen van deze vrijheden was gepaard gegaan met heftige protesten van hem. Maar ze wist door te zetten en gaf hem ter compensatie een zorg die hem zowel behaagde als paste in haar sinister plan. Geef mij wat meer ruimte en ik kan des te meer voor jou betekenen, was haar verdediging. Hoe zei die ruimte invulde, dat die waterverflessen leuk waren maar wel met vooral zeurderige vrouwen, ze op advies van de dokter moest sporten om haar versleten gewrichten te verstevigen. Dat ze die vriendin in oosten al vanaf haar jeugd kende, nu in de  versukkeling was geraakt, en ze die beslist niet in de steek mocht laten. Na een paar maanden had hij zich verzoend met de nieuwe situatie, vooral omdat ze hem thuis grondig vertroetelde, zijn zwakheden tot het uiterste wist te benutten.

Hij had altijd van het goede en vooral materiële van het leven willen genieten. Daardoor was de man waarvan ze eens had gehouden op den duur verdwenen in een corpulente heer naar zijn vermeende stand, altijd in deftige kostuums die dat moesten bevestigen en lichamelijk alleen nog maar geschikt voor zittend leven op kantoren en in auto’s. Eenmaal ontlast van deze verplichtingen had hij even gedacht wat aan zijn overgewicht te moeten doen. Met zijn doorzettingsvermogen moest dat geen probleem zijn. Meteen flink er tegenaan, was zijn devies. Maar hun eerste wandeling door de duinen en over het strand terug pakte bedreigend afmattend uit. Zijn lichaam verzette zich tegen iedere aantasting van de huidige status. Zo geforceerd mocht het dus niet. Wandelen, maar dan naar zijn tempo, dus zonder haar. Met mate bewegen en verantwoord eten, daarmee moest het lukken. Zij moest hem daarbij helpen, er op toezien dat hij standvastig op deze koers bleef. Dat gaf haar mede alle kansen voor haar aanval.

De eerste zomer van zijn werkloos bestaan begon koud met veel regen en wind, niet echt weer voor wandelen. Daarna vond hij het weken lang te warm en broeierig. In de tuin vanuit de luie stoelen bezigheden zoeken, dat was beter. De vakantie werd een bustocht met veel cultuur, kerken, kloosters en musea, en dure hotels met royale diners. Hij moest geestelijk bijspijkeren en nu haar eens goed verwennen. Iets met bergtochten of lange wandelingen, dat was voor later, daarvoor moesten ze eerst aan hun conditie werken. De herfst begon al vroeg met mist en motregen. ’s Middags binnen voor de televisie was dan wel zo aangenaam, had hij zich ook al zo lang niet kunnen veroorloven. Een biertje daarbij kon dan geen kwaad, ontspande de geest en maakte de programma’s beter te verdragen. Voor het eten een sherry, dat was hij nu eenmaal zo gewend.

Zo wees hij haar vanzelf de weg die ze moest gaan om zich van hem  te bevrijden. Aan de hand van dieetwijzers en goede voornemens- en afvalfolders bestudeerde ze wat allemaal verkeerd voor hem was. Om hem dat vervolgens overvloedig aan te bieden. Daarna deed hij de rest. Weerstand bieden tegen iets lekkers was hem niet gegeven. Het ontbijt begon met in echte boter gebakken eieren en bacon en veel sterke koffie om wakker te worden. De lunch vrolijkte ze op met slaatje of pasteitje, die hij dan versierde met een glaasje wijn. De daarna verplichte wandeling schoot er dan meestal bij in. Even de wereld van binnenuit bekijken in zijn relaxstoel of op de sofa. Om daarna wat katterig wakker te worden en de rest van de middag sufferig door te brengen met een boek. Zeur niet, geestelijk bezig is ook een vorm van training, verbruikt ook best veel calorieën. Om dit te veraangenamen zorgde voor thee met hazelnootgebakjes, was hij dol op, en zaten vol gezonde nootjes. Soms scharrelde hij daarna wat rond in de tuin. Voor ze in de keuken verdween zette ze de borrel met snacks voor hem klaar. Drie gangen met het maximum aan verzadigde vetzuren, smaak oppeppende zouten en kruiden; ze had er immers alle tijd voor en hij was het immers zo gewend. Voor het geld hoefde ze het niet te laten. Geheel hiermee instemmend ontwikkelde hij een wijnhobby. Zijn maag snel verslaafd aan steeds grotere porties reageerde dankbaar op bitterballen bij de whisky voor het slapen gaan. Dan behoorlijk aangeschoten en praatziek roemde hij steeds vaker haar enorme toewijding voor zijn welzijn. Wat was het toch goed voor haar geweest dat hij in de VUT zat. Kon ze eindelijk eens genieten van die gezellige en dankbare man die hij was. Haar vals genietend lachje ontging hem dan geheel.

Na de Kerst zag ze dat haar plan vorderde. Zijn toch al outsize broeken moesten worden uitgelegd. Boven aan de trap op weg naar de slaapkamer stond hij steeds langer stil om uit te hijgen. In bed had ze helemaal geen last meer van hem.

De voorjaarsvakantie was met de auto door Frankrijk langs alle restaurants die zij niet missen mocht. Hij genoot volop en groeide verder dicht. De zomer was warm met veel zon en dwong hem tot niets doen. Bezorgd stond ze hem daarin bij met geregeld wat te eten en te drinken. In het najaar was hij vrijwel verloren, totaal verslaafd aan wat ze hem continu voorschotelde. Maar er tekende zich veranderingen af. Hij begon zich minder goed te voelen, rookte daardoor steeds meer, kreeg vaag het besef met zijn levenswandel op de verkeerde koers te zitten. Maar hij bleef de voor haar onuitstaanbare man. Wat deed zij verkeerd dat hij er zo belabberd aan toe was?

Dat deed haar besluiten tot een beslissend slotoffensief. Hij begreep dat hij zijn levensstijl moest aanpassen en probeerde een paar dagen zowat te vasten. Met als gevolg dat hij de week daarna nog meer at. De onrust deed hem meer drinken en roken. Ook daarvan wilde hij haar de schuld geven. Hij kreeg iets van argwaan. Zij wees er op hoe moeilijk het leven werd met een man die iedere avond dronken in bed rolde en ’s morgens aspirines nodig had om weer een beetje mens te worden. Deed zij niet alles voor zijn bestwil? De ruzie werd knetterend, vooral omdat hij inzag dat zij gelijk had. Een week lang matigde hij zich voorbeeldig. Maar kreeg afkickverschijnselen en voelde zich nog beroerder en met tekenen van stress. Toen hij het weer wou proberen met joggen leek die nacht even of ze haar doel had bereikt, zo amechtig hijgend en steunend kwam hij die door. Twee weken later, drie weken voor zijn tweede Kerstmis na de VUT, slaagde haar plan. Met loeiende sirenes werd hij afgevoerd naar het ziekenhuis om te zien of hij nog te repareren was van een zware beroerte. Dat bleek net genoeg voor een plek in een verpleegtehuis om te wachten op zijn einde. Zij had het pleit beslecht en zou overleven.