Verkeerd begrepen.

 

Het tikken van haar hakjes op de tegels in de gang verstoorde al zijn concentratie, fixeerde meteen zijn gedachten op zijn nieuwe secretaresse. Onbegrijpelijk, maar hij was weer verliefd, niet zomaar wat van haar gecharmeerd, maar helemaal in de ban van haar. Hij leed aan de psychose van de verliefdheid. Het was liefde op het eerste gezicht geweest. Die had meteen toegeslagen toen zijn altijd wel keurende blik viel op haar ranke benen, kordaat stappend op hoge hakken en het kort gekapte hoofdje fier op een slanke nek. Dat zelfverzekerde vond hij terug in de ferme hanenpoten waarmee ze zijn agenda bij hield en haar wat lage stem en diepe lach. Toen de elkaar voor het eerst een hand gaven hadden haar tedere rondingen in de ruimvallende blouse en haar smalle maar sterke handen hem al tot in zijn lendenen ontroerd. Ze had een fatale uitstraling op hem, en hij begreep nog steeds niet waardoor. Een vrouw van eind twintig, die zijn dochter had kunnen zijn, en waarvan er zoveel waren op zijn kantoor. Maar deze was kennelijk voor hem uniek. Hij had meer avontuurtjes gehad, maar altijd met te beheersen gevoelens en makkelijk af te sluiten. Was het zijn leeftijd, de onrust om wat zo snel met de jaren voorbij ging? Iets in hem wilde kennelijk nog één keer vlammen voor het te laat was, had heimwee naar dat sensationele van zijn jeugd dat was vervaagd in een comfortabel huwelijk. Rationeel had hij geprobeerd zich weer in het oude gareel te krijgen van zo nu en dan even uit de pas maar binnen de grenzen van zijn actuele veilige geborgenheden. Of met logische verklaringen dat het slechts chemische stoffen waren die hem hadden vergiftigd en eens weer snel zouden  verdampen. Maar tot nu toe zonder resultaten. Dat te hevige bleef hem teisteren en maakte hem zelfs bereid alles op het spel te zetten. Als ze eens wist en wilde, hem gewoon bij de hand zou nemen. Hij zou haar volgen en alle bestaande zekerheden opgeven voor een ongewisse toekomst met haar, en daar nog trots op zijn ook. Het was weer helemaal een van die alles doordrenkende en haast ziekmakende verliefdheden van zo lang geleden.

Hij wist dat hij er goed uit zag, deed veel aan sport, was energiek en vlot gebekt, redelijk macho, maar met zelfkritiek, geestig en ad rem; hij wist dat hij goed lag bij vrouwen. Aan hem was altijd de keuze geweest passend bij zijn levensstijl. Maar dit fenomeen stelde fundamenteel andere eisen, duldde geen compromissen, verlangde een hergeboorte en helemaal opnieuw beginnen.

 

Tijdens hun zakelijke ontmoetingen had hij een ongedwongen persoonlijke verhouding met haar weten op te bouwen. Dit was voor hem zo routine dat hij daarbij zijn verwarrende gevoelens voor haar goed wist te verbergen. Daardoor kwam ze zo nu en dan graag even met hem napraten, over het werk of zo maar wat. De toon was daarbij haast als van gelijken en zonder het geforceerde van een hanige baas en een gewillige secretaresse. Maar wel met zijn hele wezen in opstand tegen dit gespeelde regime. Verstandelijk begreep hij donders goed dat het zo moest blijven, dat hij zijn lijden maar had te ondergaan. Hij had meer meegemaakt hoe tijdelijk dergelijke toestanden waren. In verborgenheid voor iedereen moest hij die van nu zien te overleven.

Toch had hij niet kunnen nalaten te peilen of er ook iets van dergelijke gevoelens bij haar te bespeuren waren. Dat had geleid tot een complete verwarring toen ze gisteren vroeg om een onderhoud over iets heel persoonlijks. Had ze toen niet iets uitgestraald van een vrouw die besloten had zelf het heft in handen te nemen? Zijn fantasie was daarna volledig op hol geslagen. Haast te gretig had hij voorgesteld het gesprek meteen na het werk te hebben.

 

Terwijl hij zich grondig bijschoor, sinds kort had hij zich een elektrisch scheerapparaat voor op de zaak, overdacht hij de mogelijke consequenties van deze ontmoeting. Dit initiatief van haar kant, kon hij dat weigeren? Nog één keer dat geweldige tot op de bodem te proeven, alles in hem verbood gewoon die kans te laten lopen. Hoe het dan verder moest, met thuis en zo, hij zou wel zien. Eerst die branding volledig over hem heen laten gaan.

Bij het restaurant van een motel had hij een tafel besteld. Een kamer was daar altijd wel vrij. Zijn vrouw had hij met een gespeeld vermoeide stem gebeld dat het weer laat zou worden, naar Den Helder moest, en met daar misschien wel een hotel voor de nacht.

 

Pas tegen zessen kwam  ze gejaagd binnen. Al drie kwartier had hij ongerust en tot niets meer in staat op haar zitten wachten. Ze had een nogal lang telefoontje gehad en of hij niet erg vond dat ze zo verlaat was. Maar hij had altijd zo van alles te doen en daardoor toch al laat naar huis. Daarna schroomde ze even om haar probleem aan de orde te stellen, zocht ze naar de passende woorden. Om haar daartoe alle gelegenheid te geven praatte hij luchtig over wat gebeurtenissen van die dag. Zijn aanpak gaf haar kennelijk moed om met haar gevoelens voor hem voor de dag te komen.

‘Ziet u, sinds een paar maanden heb ik een nieuwe vriend. Volgende week is hij jarig. Hij scheert zich nog steeds met mesjes maar heeft een nogal gevoelige huid. Daarom overweegt hij een elektrisch scheerapparaat, maar aarzelt nog. Of ik dat wel leuk vindt en niet te onmannelijk? Om te bewijzen van niet wil ik hem zo’n geval cadeau doen. Nu heb ik gezien dat ook u er een heeft. Daarom wilde ik u advies vragen over wat de beste keus is. Ik hoop dat u dit niet brutaal vindt. Maar ik weet niemand anders. En we praten altijd al zo gezellig over van alles. Dus ik dacht: dit moet kunnen.’ Terwijl ze een aantal folders voor hem uitspreidde keek ze hem opgelucht aan, blij haar verhaal kwijt te zijn en vol verwachting als van een kind dat eist op schoot te worden genomen voor het vertellen van een spannend verhaal.

Zijn gezicht was inmiddels verkrompen tot een masker dat elk glimlachen onmogelijk maakte. Een ijzige kilte trok in hem op en hij had moeite niet te rillen. Om zijn verwarring te camoufleren deed hij of hij ernstig na moest denken voor het verlangde advies en woelde wat door de folders. Maar zijn ogen weigerden te zien wat ze aanprezen. Daarom begon hij flarden tekst voor te lezen om zo zijn denken te dwingen tot wat echt aan de orde was. Krampachtig trachtte hij voor de geest te halen wat hij van dit onverwachte onderwerp wist of dacht. Tot hij zich eerst aarzelend en daarna haast diepzinnig griezelig erover hoorde praten, met een bang makende dodelijke ernst. Zo doorgaan en ze zou nog in huilen uitbarsten. Wanhopig probeerde hij een luchtiger benadering, maar met voor zijn gevoel een nog belachelijker effect. Hij voelde zijn mond verdorren tot droog zand. Nog even en hij zou niets meer kunnen zeggen. Naar het toilet gaan om water te drinken leek hem onmogelijk. Daarom probeerde hij haar aan de praat te krijgen, over die vriend, zijn baardgroei, haarkleur, hun toekomstplannen. Uiteindelijk lukte het hem zelfs in zijn vragen iets ondeugends te krijgen. Maar zag meteen dat deze toon haar niet behaagde, ze die benadering van hem niet had verwacht. Van schrik lukte het hem toen toch nog wat verstandige dingen te zeggen over het onderwerp waarvoor ze gekomen was.

Zo automatisch verstandig met haar pratend keek hij naar grote ogen die hem trachtten te begrijpen. Daar zat het object van zijn dromen van de laatste maanden. Vertrouwend op zijn bereidheid haar te helpen met een geschenk voor de man van haar dromen gedurende die tijd. Ze hadden immers zo’n prettige verstandhouding. Dit was niet de aanloop tot zijn nieuwe toekomst maar de genadeloze doodsteek van zijn dagdromen. Die van het nichtje voor een oom, nee, van een kleinkind voor haar opa: dat waren haar gevoelens voor hem. Dat was de grondslag voor de relatie tussen hen, en zo had die te blijven. Zolang ze zijn secretaresse was, bleef hij voor haar een pseudo-opa. Dat had hij met zijn zo hartelijke instraling op haar bereikt. Hij voelde zich beroerd en wit wegtrekken.

‘Bent u moe?,’ was meteen haar reactie. Opa is niet meer de jongste, voelde hij haar meewarig denken.

‘Misschien wel een beetje, ja. Het was een lange dag. Vanmiddag die eindeloze vergadering, je weet wel.’ Ze wist precies wat hij te doen had gehad en dat het vandaag best wel meeviel, meer saai dan vermoeiend was geweest. Daarom zocht hij meteen naar een ander excuus.

‘En ik heb geloof ik een behoorlijke honger.’ Het was al laat en misschien wilde ze wel mee uit eten. Met iets van een overwinning mocht deze ontmoeting toch wel eindigen, gewoon even een kleine flirt nu ze toch een ander had. Maar haar antwoord sneed ook deze uitweg radicaal af.

‘Ik ook, en ik moet nu onmiddellijk gaan. Mijn vriend staat beneden op me te wachten en zal wel denken waar ik blijf. We gaan ergens gezellig eten, met nog een stel, en dan stappen, heel gezellig.’ Ze stond meteen op, bedankte hem uitvoerig voor de gegeven adviezen en vergaarde de uitgestalde folders, weer met die verleidelijke bewegingen die hem haast hadden laten ontsporen.

‘Ik weet nu ongeveer het belangrijkste. Zal hem stiekem eens polsen als hij zich morgenochtend staat te scheren.’

 

De reservering voor het restaurant belde hij af, blij weer resoluut iets te kunnen beslissen. In het toilet koelde hij zijn nog gloeiende gezicht met water en dronk wat. Omdat hij niet direct naar huis kon en wilde, liep hij naar de restauratie van het nabij gelegen station. Na wat heen en weer schuiven langs de balie met uitgestald voer besliste hij voor een koude salade, een paar weke broodjes en een flesje bier. In een hoek van de kil verlichte ruimte zocht hij een tafeltje tegen een blinde muur. Niemand moest hem hier zien zitten. Na een paar happen van de salade voelde hij hoe die zich in zijn maag ontwikkelde tot onverteerbare bal. Het bier waarmee hij het kleffe brood probeerde weg te spoelen smaakte bitter en was lauw. Somber loerde hij naar de enkele gasten in het lokaal. Een paar zwervers, ook met een laf biertje, en net als hij wachtend tot het tijd was om een plek voor de nacht te zoeken.