Kwaliteitsborging.
Kwaliteit, het praktisch bruikbare product
uitontwikkelen tot op het praktisch volmaakte. Door de markt te beoordelen. Onze
huidige verwachting van kwaliteit voor producten. Dat ze het altijd doen. Die
we vaak als hebbeding beleven.
Gebaseerd op het nul fouten concept in
de industrie. In de tweede wereldoorlog bedacht voor de oorlogsindustrie.
Zorgen dat aan het front een reserveonderdeel altijd paste. Iets kapot
geschoten en daarmee meteen weer gevechtsklaar zijn. Door William Edwards Deming (1900-19930). Die
na de tweede wereldoorlog gedetacheerd werd in Japan. En daar vertelde: doen we
zo in de VS. Waar ze dat verhaal allang weer vergeten waren.
Waarop de Japanners dit ook gingen
waar te maken. Ze de betere en goedkopere auto op de markt brachten. In Europa
de Duitse camera’s van de markt veegden. Daarmee de kwaliteitsconcurrentie
introduceerden. Met producten die zowel beter als goedkoper waren. Ze de hele
wereld bewust maakten van dit systeem van produceren.
Naar foutloos produceren naar
gestelde specificaties. Dat nu wereldwijd
de norm is. Dat toelevering van onderdelen voor assemblage van overal elders mogelijk
maakt. Dat geleid heeft tot het kwaliteitsproduct, het apparaat dat het vrijwel
altijd doet en kan worden gegarandeerd. En dat volmaakt is afgestemd op de
markt, het beste verkoopt. Incidentele fouten die de wereldpers halen.
Te realiseren met kwaliteitsborging.
Naar het recept van een door bedrijven, markten, beroepsgroepen opgestelde
internationale norm. Het praktisch
bruikbare met z’n gebreken, en die dan zien te onderkennen en vervolgens op te
lossen. Zo werken aan een steeds verdere vervolmaking, tot op produceren met nulfouten. En zonder controles achteraf, het eerst
maken en dan weggooien wat niet deugt. Op de werkvloer geen fouten meer maken.
In principe daar de controle brengen. Voor al het rationeel technische mogelijk
gebleken. Concurrentie die dwingt tot deze kwaliteit. Die namelijk goedkoop is,
namelijk leidt tot producties zonder afkeur en alleen naar wat de klant wil.
Kwaliteitsborging die expertise
vereist en innovatie, dus ook geld om die te kunnen betalen. En tijd om ze in
de praktijk te brengen, en dus op tijd daarmee beginnen. Bedrijven die daarin
falen die we zien afhaken.
Kwaliteitsborging dat daarom begint
aan de top. Het management, dat de daarvoor benodigde mentaliteit daartoe moet zien
uit te dragen op de werkvloer. Daar immers kan het fout gaan. En moeten mensen
bereid en in staat zijn dat te melden. Eigen fouten, onvolkomenheden, slechte
middelen, omstandigheden. De eigenaar van zo’n probleem die dan vervolgens
wordt bijgestaan met expertise om ze op te lossen. Die er uiteindelijk immers
mee verder moet.
Fouten die te relateren zijn aan de
vier M’s: mens, middelen, methode, materialen. Middelen die beter kunnen, onderhoud behoeven, materialen die om een andere methode
van verwerking vragen, de mens die
moet worden bijgeschoold. Eliminatie van
een en ander expertise vereisen, innovaties afdwingen, en dus die vaak veel
geld kosten. En jaren moeizaam met dat proces van borging bezig zijn vergen.
Een systeem van produceren niet naar
opdracht, bevel. moeten, maar naar wat samen is overeenkomen. Met mensen op de
werkvloer die geen fouten willen. Die eigenaar van een fout durven zijn en ze
dan ook melden. En aan de top mensen om ze te helpen die op te lossen.
Daarbij gaat het primair om de
chronische fouten, die continu gemaakt worden, dagelijks schade veroorzaken en
geld kosten. Die te maken hebben met we doen het al zolang, ingeslepen
gewoontes, tradities. Anders en beter doen dat daardoor weerstand oproept,
posities bedreigt, werkgelegenheid gaat kosten, producten van de markt veegt, sanerend
werken, al het overbodige onthult.
Het recept voor kwaliteitsborging dat
door bedrijven is genoteerd in een norm van de International Standard Organisation. Veel bedrijven die eisen dat hun
toeleveranciers daaraan voldoen. Ze immers alleen met onderdelen zonder fouten
zelf foutloos kunnen produceren. Dan ook het recht hebben op controle daarop.
De controle verleggen naar de
werkvloer. Daar de bevoegdheid om geen fouten meer te laten passeren. Toe te
passen op ambtelijk organisaties, de dienstverlening van de overheid? Die alleen politieke gestelde doelen heeft te
realiseren. Die klachtenvrij laten functioneren? Algoritmen die vaak het werk
doen. Ambtenaren die de uitkomsten zien, kunnen controleren, en ze mogen afkeuren. Als die ze zelf niet kunnen
verantwoorden. En dan ‘Ik laat dat niet gebeuren’. Met wel de plicht om dat te
melden. Daarvoor geprezen worden, hoort immers zo. Daarna bekijken hoe het
anders moet. Door het politiek daarvoor verantwoordelijke. Het management
waarbij kwaliteitsborging altijd dient te beginnen.
‘Die Bulgaren, zullen alles tot op de
laatste cent zelf terugbetalen’. De reactie op enige onrechtmatige benutting
van mazen in de wet door te goedkope arbeid uit arm Europa. De inleiding tot
ongekend onrecht. Door de overheid, en dat zijn wij. Die van de vier M’s de
mens vooral verantwoordelijk stelt. De minister, die moet weg, als oplossing.
Terwijl nieuw beleid onderwerp van discussie zou moeten zijn. Zorgvuldig vermeden
ten behoeve van regeringsakkoorden.
Bedrijven die met kwaliteit en innovaties
bewust markten creëren. Het bj gebreken allen maar
weg te werpen product, de computer, het mobieltje updaten tot op een nieuw moet
kopen. Uit ontwikkelde producten die als
het kan het eeuwige leven moeten krijgen, door goed design en te repareren
maken.
Inbrekers in bedrijven met geld
aanpakken die innen voor de
aandeelhouders. Ze laten werken voor te duur opgedrongen leningen en te hoge
huren voor hun panden. Normen stellen dat die niet duurder mogen zijn dan bij
eigen financiering.
Een norm voor bedrijven,
organisaties. Die hun doelstellingen formuleert, in- en externe verhoudingen
regelt. Die alle medewerkers kunnen verantwoorden. Die de posities van kapitaal
en arbeid afstemmen, de rol van het management daarbij stellen, onevenwichtige
beloningen elimineren. Een norm net als die voor kwaliteitsborging door alle
betrokken partijen op te stellen en overeen te komen. Gebruikelijk voor de vele
normen die we al hebben, onder andere voor heel technieken. Richtlijnen met
recepten en garantie voor kwaliteit en veiligheid. Die overheden kunnen
verplichten. Zoals de vele normen voor de publieke werken, de industrie, de
bouw.
Concentraties van internationale
expertise. Die steeds weer het wiel moeten zien uit te vinden overbodig maken.
Waarvan mag worden afgeweken als je bewijst dat ook veilig kan. Die continu
worden herzien.